Quantcast
Channel: Marathonduivenjournaal
Viewing all 2129 articles
Browse latest View live

Review Bio Lugecol

$
0
0
  1. Ervaren

Bio Lugecol (500ml) zit in een handig doorzichtig bruine flacon met een witte draaidop. Hieronder zit een doorzichtige ‘stop’ die ervoor zorgt dat het product niet lekt. Het flesje houdt handig vast en er wordt een doseerspuit bijgeleverd, dit is handig aangezien we met zeer kleine hoeveelheden te maken krijgen.

Op het label staat dat Bio Lugecol een aanvullende diervoeder is, gebaseerd op organische zuren en kruiden, uiteraard voor postduiven bedoeld. Er staat duidelijk het doel van het product aangegeven en wanneer het product gegeven dient te worden. In het klein staat de samenstelling van het product beschreven. Wat ik zelf opvallend vind, is de andere zijkant van het label. Ik weet niet of het ook op andere duivenproducten staat, maar hier staat expliciet een beschrijving over het gevaar van dit product (voor mensen). Er is mij verteld dat de gevarenvermelding tegenwoordig wettelijk verplicht is. Omdat dit product 48% mierenzuur bevat, moet dit product dan ook zorgvuldig gebruikt worden.

Bio Lugecol doet van een afstand denken aan de geur van azijn, zodra ik beter probeer te ruiken brandt het te veel in de neus. Dit staat overigens ook duidelijk aangegeven op het label (bijtend voor de luchtwegen). Bio Lugecol is een doorzichtige vloeistof die makkelijk uit de fles te halen is met behulp van de bijgeleverde doseerspuit. Per liter meet je 1ml van het product af. De vloeistof lost zeer makkelijk op in de drinkpan. Het schuimt heel licht als er water wordt toegevoegd; dit lost zo weer op. Het product is zeker makkelijk in het gebruik, op den duur is het wellicht wel verstandig om een beetje ergens in te schenken. Aangezien je anders niet meer met de spuit in de fles komt.

  1. Inzoomen

Bio Lugecol bevat:
kruidenextract

conserveermiddelen:
48% mierenzuur
0,3% azijnzuur
0,4% citroenzuur
0,05% propionzuur

aromatische stoffen:
1% aromastoffen

Analytische bestanddelen:
<0,05% ruw eiwit
<0,05% ruwe celstof
<0,05% ruw vet
<0,05% ruwe as

Helaas kan ik nergens de samenstelling van het ‘kruidenextract’ vinden. Dus welke kruiden gebruikt worden, blijft in dit geval het geheim van de smid. Opvallend is de 48% mierenzuur in dit product. Na enige research ben ik erachter gekomen dat de gebruikte zuren in dit product zogenoemde organische zuren zijn. Er bestaan ook anorganische zuren zoals zwavelzuur en zoutzuur, maar deze zuren verstoren de natuurlijke balans van de duif. Het beste voor de duif is het gebruik van organische zuren, zoals in dit product.

De organische zuren in dit product hebben naast een conserverende werking, ook de werking om de pH-waarde* van het kraanwater te laten dalen. Ons kraanwater heeft ongeveer een waarde die ligt tussen de 7-9 pH. Na gebruik van de juiste hoeveelheid van dit product (1ml op 1 liter) daalt de zuurgraad aanzienlijk. Het is bewezen dat het verlagen van de zuurgraad van water een bacterie- en schimmelwerend effect op het water heeft. Hierdoor wordt de infectiedruk van bijvoorbeeld coli en het Geel (bacteriën) verlaagd. Dit komt vervolgens weer de gezondheid van de duif ten goede.

Naast het feit dat de pH-waarde wordt verlaagd, prikkelt dit product de voorste luchtwegen en wordt de slijmuitstoot bevorderd. Ook ondersteunt dit product de spijsvertering. Mede dankzij het kruidenextract.

De lijst van de analytische bestandsdelen geeft de analyse van voedingsstoffen weer. Je kunt hierbij denken aan proteïne, vezels en vetten. Deze stoffen zijn niet los toegevoegd, maar zitten in de ingrediënten.

Geadviseerd wordt om dit product in het vliegseizoen op de dag na aankomst te geven en daarnaast 3 à 4 dagen in de week. Buiten het vliegseizoen kan dit product dagelijks gegeven worden.

*De pH is een maat voor de zuurgraad (ook wel zuurtegraad) van een waterige oplossing.

  1. Praktijk

De drie gebruikers van Bio Lugecol die ik enkele vragen heb gesteld zijn Jaco van Nieuwamerongen, Bart van den Bovenkamp en Klaas Booij.

Opvallend is dat alle drie de melkers dit voorjaar zijn begonnen met het geven van Bio Lugecol. Waarbij Jaco en Bart expliciet benoemen dat ze na een conversatie met Amanuel Oz (de man achter Bio Lugecol) overtuigd waren om dit product eens een kans te geven. Klaas voegt hieraan toe dat dit product gegeven wordt bij de eenhoksrace in Sevilla. Hij is zelf met dit product in aanraking gekomen via Karel Jurissen die werkt voor een eenhoksrace.

Bart heeft in eerste instantie het product aan zijn oude vliegers gegeven in het vliegseizoen. Hij gaf dit 3 à 4 dagen in de week op zondag, maandag, woensdag en donderdag. Afhankelijk bij het inkorven op donderdag, sloeg hij die dag eventueel over aangezien Bart de voorkeur geeft aan schoon drinkwater op de inkorvingsdag. Klaas lijkt het hiermee eens te zijn en geeft ook het liefst schoon drinkwater op de inkorvingsdag. Bij hem komt het product op dinsdag en woensdag in de drinkpan. Volgens hem voldoet het op deze manier prima. In de zomer geeft Jaco drie weken achter elkaar drie dagen in de week dit product. Hij probeert met verschillende soorten producten een ‘gezondheidsboost’ te creëren. Bio Lugecol is daar één van. Buiten het seizoen geeft hij het product 3 à 4 dagen in de week.

Het advies van Bio Lugecol is om in het vliegseizoen het product op de dag na thuiskomst te geven en daarnaast 3 à 4 dagen in de week. Buiten het vliegseizoen kan het dagelijks gegeven worden. Op de vraag of dit advies gevolgd wordt, antwoordt Klaas Booij volmondig: ‘Ja, met het bijgeleverde spuitje’. Echter is zijn werkwijze met de dinsdag en woensdag iets anders, maar zoals hij al eerder aangaf voldoet het. Jaco vertelt dat hij het niet helemaal doet zoals aanbevolen. Aangezien Jaco naast Bio Lugecol ook andere bijproducten gebruikt, is er niet de ruimte om op de geadviseerde wijze te werk te gaan.

Bart benadrukt dat hij zich aan de geadviseerde dosering houdt. Wel constateerde hij dat de duiven iets minder drinken wanneer dit product door het water gaat. Daarom gebruikt hij op warme dagen iets minder van dit product, zodat de duiven wel genoeg blijven drinken.

Jaco blijft dit product zeker geven. ‘Het lijkt alsof de spijsverteringskanaal goed schoon blijft’ is één van zijn reacties. Klaas laat zijn duiven eerst uitruien, maar is ook van plan om in het stille seizoen Bio Lugecol tweemaal in de week door het water te blijven doen: ‘Ik ben er zeer tevreden over’. Bart geeft aan dat hij zeer te spreken is geweest over dit product. Of alle positieve effecten toe te schrijven zijn aan het product, blijft natuurlijk lastig te bepalen vertelt hij. Verder geeft hij aan dat dit product zeer zuinig in gebruik is en lang houdbaar is. Hij is van plan dit product nu het hele jaar door te gebruiken: ‘Alle gekweekte jongen dit jaar hadden perfecte mest en kwamen prachtig op. De overige duiven staan er ook prima op, dus wat dat betreft zeker tevreden over het product.’

© Fabian Wendel

Voor vragen:

fabiansocialmedia@outlook.com of de contactpagina van Het Marathonduivenjournaal

Het bericht Review Bio Lugecol verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.


Zijn foto hangt aan de muur

$
0
0

Als ik dit ware verhaaltje aan het schrijven ben, zit het grote fondspel op de wagen. St.Vincent is al gevlogen en Cahors hangt nog in de lucht. En ieder keer als de vlucht St.Vincent gevlogen wordt dan wordt ik herinnerd aan mijn 90/1427739. Hij was een van mijn jonge duiven die in het jaar 1990 werden geboren. Al direct toen hij voor het eerst naar buiten ging was hij een haantje de voorste. Als eerste van allemaal ging hij op verkenning uit en vloog hij vanaf het tuinhok naar het hoge dak van het huis. En toen hij dan eenmaal de vrijheid had geproefd hield hem niks meer tegen om daarvan te genieten. Het grootste deel van zijn tijd bracht hij buiten door. Hij hield ook van zwerven. Het ene moment zat hij op het dak van het hok om weer even later verdwenen te zijn. Als zijn andere jonge hokgenoten binnen werden gehaald, dan was het veelal hij die op het appel ontbrak. Het was dan uren later dat hij thuis kwam en vaak genoeg zonder dat ik het merkte. Het was een rare vogel en heel waarschijnlijk zou ik niet verbaasd zijn geweest als hij op een goede dag weg bleef en niet meer thuis kwam.

Maar dat gebeurde toch niet. Hij werd voor mijn doen nog wel een goede duif. Toen de jonge wedvluchten een aanvang namen was “ mijn pechvogel” tot een hele mooie doffer uitgegroeid. En daarbij had hij ook al laten zien dat hij talent had. In zijn aanvangsjaar ging hij acht keer mee en daarvan won hij 6 prijzen. Hij had dus zijn leerschool goed doorstaan. De vijf seizoenen die daar op volgden was hij een van mijn beste vliegers van het hok. Hij ging zelfs mee naar Dax, Soustons en Sint Vincent en won van deze genoemde vluchten ook zijn prijzen. En in 1996 was hij mee naar St. Vincent. Het was toen een zware vlucht en er werden nogal veel verliezen geleden. Ook mijn doffer had de moeilijke strijd niet aangekund en ik nam aan dat hij op het veld van eer gesneuveld was.

Een viertal weken na de betreffende wedvlucht werd ik op een dag blij verrast. Toen ik die morgen mijn duiven ging verzorgen zag ik hem zitten. Op de onderste tree van de trap naar mijn hok. Ik kan het niet uitleggen welk gevoel me overviel. Het was een mengeling van geluk, blijdschap en bewondering. Toen ik naar hem toe ging en tegen hem begon te praten draaide hij zijn kop naar me toe. Hij keek naar me op en het was of hij wilde zeggen; “ sorry baas, ik heb pech gehad”. Hij was zo moe en uitgeput dat hij zich gewillig liet oppakken. Met veel liefde verzorgde ik hem en na ’n weekje had hij weer de nodige energie gekregen. Hij gaf me te kennen dat hij weer de oude was. Dat meende ik tenminste. Toen ik hem uit zijn hok haalde waarin hij verpleegd was geweest, en hem weer terug op het vlieghok zette, kon hij niet tot in zijn eigen nestbak komen. Stukje bij beetje drong het tot me door dat er iets met mijn doffertje was gebeurd. En als ik mijn duiven los had dan bleef hij binnen en tippelde maar wat over de vloer van het hok. Hij bewoog zich traag en stijf en tilde zijn pootjes hoog op en zijn vleugels liet hij een beetje hangen. Hoe ik hem ook bekeek en voelde , ik kon geen gebrek bij hem ontdekken. Hij liet zich altijd gewillig pakken en was zo mak als een lammetje. Als ik hem dan uit mijn handen los liet dan fladderde hij naar de grond en ging niet de lucht in. Ik kreeg in de gaten dat mijn doffertje vleugellam was. Hij kon nauwelijks of helemaal niet meer vliegen. Toen ik naar de dierenarts ging om de jonge duiven te laten enten tegen de paramyxo nam ik mijn “pechvogel” ook mee. Ik wilde wel eens weten wat er met hem aan de hand was.

Ik vertelde hem dat mijn “739” niet meer kon vliegen nadat hij van Sint Vincent was terug gekomen. En toen hem die dierenarts in handen kreeg en zijn vleugelarmen betasten was zijn conclusie heel direct en beslist. Die duif heeft zijn beide vleugels gebroken gehad was zijn constatering. In zijn hele praktijk had hij nog nooit meegemaakt dat een duif met twee gebroken vleugels van een vlucht thuis gekomen was. Na die mededeling van de dierenarts  kreeg ik erg medelijden met mijn pechdoffer en vroeg me af wat hij had moeten doorstaan om thuis te komen. Omdat ik met hem zoveel moois had meegemaakt, en hem daar dankbaar voor was, ging ik nog meer van hem houden. Toen ik die dag van bij de dierenarts met hem thuis kwam heb ik hem in zijn nestbak gezet en hem wat lekkere snoepzaad gevoerd. En hij voelde mijn stemming aan, en liet me merken dat er iets bijzonders in hem omging. Zo heb ik een tijdje bij hem gezeten en had ik moeite om niet vol te schieten. Nu nog moet ik slikken als ik naar zijn foto kijk.

Mijn “pechvogel” is tot aan zijn dood een trouw en vast maatje van me geweest. Het was een lust om te zien als hij als een scharrelkip over het erf tippelde om springend, tree voor tree,  de trap op te gaan naar zijn hok. Heel vaak heb ik samen met hem zitten te zonnen. Hij voelde goed aan dat hij me nodig had. Met het toenemen van zijn zelfvertrouwen groeide ook zijn innerlijke levenslust. Hij werd niet alleen gevoelig voor de klank van mijn stem, maar ook voor mijn gedragingen. Als ik het verzuimde om aandacht aan hem te schenken dan kwam hij voor mijn voeten lopen om op te vallen. Dan moest ik hem oppakken en op een zitje zetten om met hem te stoeien. Dan was hij zo verrukt dat hij reageerde met een uitbarsting van vrolijkheid en ronddraaide als een tol. En zo gingen de jaren voorbij. Ik was zo gewend geraakt aan het gebrek van mijn “pechvogel” dat ik het als iets vanzelfsprekend was gaan vinden. Zijn wereld was helaas maar erg klein, niet veel groter dan de 25 vierkante meter van het erf. Maar op warme dagen, als de zon scheen, en hij zijn klimpartij naar het bordes had volbracht, dan lag hij op het bordes te zonnen. Dan luistert hij naar de geluiden, keek naar de overvliegend kraaien en de eksters. Heel vaak zat ik kort bij hem en als ik dan zag dat hij zo rustig en vredig aan het genieten was dan had ik geen medelijden met hem maar was ik trots op hem en uitermate dankbaar. Omdat hij me geleerd heeft moeilijkheden onder ogen te zien en dat je die de baas kunt worden door flink te zijn. Zo’n vogel als mijn “739” maak je maar één keer in je leven mee. Zijn foto aan de muur herinnert me aan hem en dat maakt nog altijd iets in me los. Wie weet wat het is om veel van een dier te houden, begrijpt wat ik bedoel.

Pie Schepers

P.S. Als u ook een mooi verhaal of herinnering heeft aan een fondduif. Zet het op papier en stuur het naar marathonduivenjournaal.nl. Het verhaal hoeft niet perfect te zijn, dat regelen wij wel voor u.

Het bericht Zijn foto hangt aan de muur verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Selecteren, zoals Simon Kuipers erover denkt

$
0
0

In het Friese Oudega woont Simon Kuipers. Deze onderwijsman heeft samen met Gerben van Loon Kweekcentrum Friesland. Samen hebben ze heel wat teletekstduiven gekweekt voor hun eigen hokken, voor zwager Auke Heidstra en tal van andere liefhebbers. Dit jaar wonnen ze samen de 6e en 10e NPO Cahors en de 5e NPO Limoges. Andere prestaties zijn op hun website te lezen. Hoe selecteren zij hun duiven? U leest het hieronder …

Wanneer begint de selectie van de duiven op prestatie? Als jonge duif al? Wat is dan de lat? De jongen worden alleen geselecteerd op gezondheid. We kweken een 125 jonge duiven die in een ruim hok met een open ren ervoor worden gehouden. Niks verduisteren of medicijnen. Als duiven ziek worden komen ze direct in een Quarantaine  hok, zodat ze anderen niet kunnen besmetten. Ornithose-achtige ziekten (zeer weinig) of pokken laat ik gewoon uitzieken. In juli worden ze geënt met het PMV en ik druppel ze tegen luizen en dan worden ze op de natour en enkele taartvluchten gespeeld. De jongen zijn dan volop in de rui. THUIS KOMEN IS HET DEVIES. Ze worden dus niet geklokt. Verspeel erg weinig op de vluchten. Vorig jaar met 102 begonnen en na 6 vluchten waren er nog 99 jonge duiven. Wel raak ik door de roofvogels tussen 25 en 45 jongen per jaar kwijt (en ca. 15 tot 20 oude duiven). Wel beoordeel ik de jongen een keer of 5 per jaar op de hand. Een mooie duif kan mij bekoren, maar hecht er geen waarde aan. Ik beoordeel elke duif met plusjes en korte tekst. Zo beoordeel ik ze: direct na het spenen, als ze ca. 2 maand zijn, met het enten, voor de eerste trainingsvlucht, en tijdens elke inkorving. Bij de laatste beoordeling na de jonge duivenvluchten geef ik ze een cijfer met een beschrijving hoe ik de kwaliteit van de jonge duif inschat voor de toekomst. Dit is voor mij essentieel. Dit doe ik structureel al tientallen jaren. Hierdoor test je ook je kennis van duiven.

Hoeveel jaar kweek je met kweekduiven voordat je deze gaat selecteren? Wat moet een kweker hebben gebracht om na een aantal kweekjaren te mogen blijven? Als je een kweker hebt waar niet mee gevlogen is en je hebt daar na 3 jaar nog niets bruikbaars uit, dan kun beter afscheid nemen en een nieuwe troefkaart inzetten. Ook marathonduiven kunnen prima als jaarling getest worden. Uit goede vliegduiven kweken wij altijd jongen (leggen de eieren om) en dan weet je al vrij snel of deze waarde heeft of niet. Bij het niet goed genoeg kweken speel je de duif gewoon langer door.

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker? Goede vliegprestaties zijn erg belangrijk, Stambomen vliegen niet!! Daarom kweken wij uit goede vliegers van de beste lijnen altijd jongen duiven. Als een topduif, uit de beste lijnen en ook nog goed kweekt, zijn wij sneller bereid deze op de kweek te plaatsen. Wel gesteld: 1 zwaluw maakt nog geen zomer!

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders? Eerste en vooral prestaties. Bouw is secundair. Je hebt zeer goede marathonduiven die aan de kleine kant zijn, maar zeer goed vliegen. Bij de meeste liefhebbers die op hand selecteren en programma duiven gewend zijn, worden dit typeduiven afgekeurd. Wees voorzichtig met beoordeling bij handkeuring van marathonduiven. Dit is vooral handig om te weten voor liefhebbers die willen overschakelen naar de marathon. Ogentheorie doen wij niet aan.

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, Gesloten/open, rug, spieren en voorarm? Goed gesloten stuit, borstbeen niet te kort, daar houd ik niet van. Mooie volle vleugel met afgeronde pennen. Een verspringing in de broek zie ik graag. Beslist niet te groot of te zwaar. Hoe zachter hoe beter en als je de duif in de hand neemt moet je het gevoel hebben dat ze uit je handen glijdt. Een mooie ronde kop zie ik graag, maar heeft niets uit te staan met kwaliteit. Mooie rijk gepigmenteerde ogen heeft mijn voorkeur, liefst met wat zwarte strepen er in. Die zwarte strepen kunnen naar het ouder worden intensiveren. Voor de spieren mag ik graag zien dat ze wat hoger liggen en dat ze soepel zijn, vooral een duif in vorm kun je dan prachtig beoordelen. Wat erg belangrijk is dat de duif er altijd strak uitziet (in zijn zondagse pak is) levendig en snelle ‘donders’ op je hok zijn. Dus altijd zeer alert zijn.

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven? Een goed gesloten stuit is belangrijk. Dat geldt natuurlijk ook voor de kwekers. De jongen zijn exponenten van de ouders, dus met kwalitatieve vererving, maar ook met gebreken. Duiven met een (echt) kort borstbeen zitten hier niet. Niet dat elke duif een even perfect gesloten stuit heeft, maar die duiven moeten dan wel extra hard vliegen!

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom? Ja. Ze gaan in het quarantainehok en als ze niet snel opknappen nemen we afscheid. Door een (ernstige) ziekte kunnen organen of ander vitale functies aangetast zijn en dan is de sportkwaliteit ook verdwenen. Tevens kunnen ze opties dan wel weer gezond lijken, maar kunnen nog wel bacillendrager zijn.

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren? Uit zichzelf terugkomen is uitstekend. Als de mogelijkheid er is nog wel een aantal keren op de (training)vlucht. De kompas moet niet elders staan.

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen? Verspringen tussen de eerste slagpen en de broek zie ik graag evenals dat de achterste broekpennen op de rug rusten bij het ‘normaal’ openen van de vleugel. In de bek kijken van de duiven doe ik zeer zeldzaam. Alleen bij een inspectie naar gezondheid na ziekte.

Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes? Geen waarde aan de ogentheorie en verkenningscirkel. Streepjes zie ik graag (reeds eerder verklaard).

Simon, bedankt voor je mooie uitleg en kijkje in de keuken. Ik heb genoten van je antwoord in vraag 1 in combinatie met je antwoord op vraag 4. Duiven keuren in de hand en alles netjes noteren (al tientallen jaren) om vervolgens te kijken of je er verstand van hebt. Dat je er verder niet op selecteert, zegt dat je net als de meeste ondervraagde liefhebbers beter naar vliegprestaties kunt kijken en dat een mooie of minder mooie duif niet alles zegt.

Het bericht Selecteren, zoals Simon Kuipers erover denkt verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Hans Hanssen, Erlecom, 2e Kampioen Middaglossing SMN (deel 1)

$
0
0

De Marathon Noord-competitie is één van de mooiste competities van Nederland. De eis voor deelname is dat liefhebbers een minimale afstand van 1.045 km hebben op een plaats in Frankrijk exact tussen Perpignan en St. Vincent. Op de website van Marathon Noord kunt u een kaart vinden waarop de grens is getrokken. Voor de competitie tellen louter en alleen de twee bovenste duiven op de inkorfstaat. Voor de competitie van de middaglossing tellen de traditionele klassiekers die in 2017 gelukkig in ere zijn hersteld St. Vincent, Dax en Bergerac. Het was in 2017 een prachtige strijd om de bovenste drie plaatsen. Op het podium zien we in aanstaande oktober drie geweldige liefhebbers. Dit verhaal gaat over de nummer twee … Hans Hanssen uit het prachtig gelegen Erlecom. Hans woont misschien wel op het mooiste stukje Erlecom … aan de Kerkdijk. Hij heeft een prachtig uitzicht richting het heuvelachtige gebied in en rondom Nijmegen.

Vooraf
In Wijchen hebben ze al jaren een vriendenclub. In februari organiseren ze een gezellige Duivendag voor een 15 tot 20 duivenliefhebbers. De meesten van hen hebben een nationale overwinning op hun naam. Op die dag worden er belevenissen en visies gedeeld en vragen van elkaar beantwoord. Ze hebben weleens vlieg- en kweekduiven van elkaar beoordeeld. Kortom een leuke en voor de meesten een leerzame dag, die wordt afgesloten met een gezellig avondje met eten in een zeer goed Chinees Restaurant. Initiatiefnemers zijn Pieter Guelen en Ad van Heijst. In deze groep zitten o.a. de winnaar van de middaglossing van de Marathon Noord, Ben van Holland uit Ede, de nummer twee Hans Hanssen uit Erlecom … ja het is me het clubje wel … en de schrijver van dit verhaal. Op de Duivendag wordt ook een ruilcompetitie georganiseerd en wordt er geloot voor het komende kweekjaar. Dit jaar had ik de eer om twee jongen van Hans Hanssen te krijgen. Nu heb ik nooit zo’n haast met jongen. Laatjes is meestal vroeg genoeg. Hans had echter al snel twee jongen voor me gekweekt. Ik was druk en weinig tijd ze op te halen, maar Hans vond dat geen probleem en bracht ze even langs. Een prachtige geste en nu een klein half jaar later en twee vluchten verder zijn ze er allebei nog. Een uniek feit voor jongen die van een ander hok komen. Wie weet brengen deze jongen ons ook op het podium van de Marathon Noord.

De liefhebber
In 1991 is op 43-jarige leeftijd Hans met duiven begonnen. Gemiddeld gezien rijkelijk laat voor een duivenliefhebber. Hij kwam echter als jongeling al in aanraking met duiven. Hij ging namelijk bij de familie Schmitjes duiven kijken. In die jonge periode van zijn leven dacht hij al: Later wil ik wel duiven hebben om mee te gaan vliegen. Het juiste moment om te beginnen was uiteindelijk 1991. Bij de start begon onze man uit Erlecom gelijk met alleen de grote fondvluchten. Al is Hans inmiddels 69 jaar, hij is nog steeds volop actief in het zakenleven en daarnaast reizen hij en vrouw graag. Vooral naar Frankrijk. Gelukkig heeft Hans een compagnon en duivenvriend Jan Lukassen. Hij helpt met verzorgen van de duiven. Vooral als Hans in het buitenland zit. Jan richt ook de duiven af. Jan woont zelf in een appartement. Zonder Jan kan Hans geen duiven houden. Omdat Jan graag duiven thuis ziet komen, heeft Hans een paar dagfondduiven aangeschaft, die regelmatig op het programma mee kunnen. Jan kan zo wekelijks op tijdduiven wachten. Hans heeft sinds een paar jaar een aluminium-hok.  Makkelijk in onderhoud en makkelijk ingericht, zodat schoonmaken niet veel tijd kost. Dit hok is aan de voorkant geperforeerd. Het is voor 45% open (Laminar Flow) dan heb je geen trek, geen turbulentie, maar wel een gelijkmatige luchtstroom. In dit hok heerst een geweldig klimaat.

Eerste duiven
Hans heeft in de loop van de jaren een rijke duivenstam opgebouwd met een oorsprong van best veel hokken. De start werd gemaakt met duiven van Piet Janssen uit Millingen. Deze man had een eigen stam. Piet heeft 70 jaar duiven en als je goed vliegt, hoef je weinig bij te halen en zo bouw je zo’n eigen stam op. Deze liefhebber uit Millingen is een goede regelmatige speler. In 1992 heeft Hans wat duiven van Jan Theelen gekregen. Later kwamen er duiven bij van: Henk Deenen uit Zevenaar (6 koppels eieren), dit was rond 2012. In 2016 speelde Hans de 32e nat. Marseille met dit soort. Hans is eigenlijk altijd op zoek naar goede duiven. Van Ad Hendriks uit Nijmegen heeft hij de beste duiven gekocht, toen deze liefhebber alle fondduiven verkocht, omdat Ad toen stopte met fond. Verder zit er in de stam duiven van Wim de Ruiter uit Loerbeek, Verweij-Castricum uit Mijdrecht en Jos Derksen uit Etten. De hoofdmoot vormen uiteindelijk de duiven van Theo Schmitjes en Ad van Heijst uit Wijchen. En we mogen een goed kweekkoppel niet vergeten dat bestaat uit een doffer van Huub Spaan met een duivin van eigen oude soort (Piet Janssen, Smitjes/van Heijst en Jan Theelen).

Roofvogelprobleem
In de omgeving van het huis en hok van Hans lijkt het een paradijs voor Roofvogels. In de enkele uren dat ik in Erlecom was heb ik zeker 8 verschillende roofvogels gezien en ik heb er niet constant op gelet. Waarschijnlijk vliegen er meer. Hans zegt er het volgende over: ‘Het is een groot probleem, wat niet op te lossen is. Ik heb vooral veel last van de haviken. Er zijn jonge duiven bij die vliegen amper. Die gaan uit het hok in de boom zitten, zodat ze veilig zijn voor de roofvogel. Ik vind echter alleen dat onze (de duivenliefhebbers, maar ook de organisatie) houding niet goed is. Wij passen ons niet aan aan de roofvogels. Soms bekruipt mij het idee, dat wij willen dat de roofvogels zich aan ons moeten aanpassen of de wetgeving hieromtrent. Dat is niet te realiseren. Ik vind dat we bijvoorbeeld iets later met de start van het seizoen moeten beginnen, want ik ben niet de enige die last heeft van de roofvogel. Ik pak het zo aan. Ik kan de duiven niet eerder losgelaten dan eind april. We blijven er dan bij. We maken lawaai als de roofvogel in de buurt komt. Na een paar keer loslaten begin ik vrij vlot met africhten. De eerste africhting is naar Oss, 40 km. Dit jaar zijn de duiven 11 april voor het eerst losgelaten … 2 kwijt. 6 mei afgericht naar Gennep. 9 mei ingemand voor Duffel. Week later Geel. 19 mei Vervins (270 km). Zo zijn de duiven in sneltreinvaart ‘op de rit gebracht’. Zodat de schade door de roofvogel wordt beperkt. Nu (midden augustus) zitten de oude duiven al weer vast.’ Hans schrijft alles op, zodat hij weet wat hij gedaan heeft. Wat goed gaat, kan worden herhaald en wat minder gaat, wordt aangepast. Ook wat betreft de roofvogel-aanpak.

Wonen aan de Kerkdijk in Erlecom

Het seizoen
In het begin van dit seizoen had Hans niet zoveel vertrouwen. Hij had weinig vliegers, weinig jaarlingen en veel duivinnen. Dubbel weduwschap is eigenlijk uit nood geboren. Achteraf kan hij zeggen: ‘De duivinnen hebben het goed gedaan! Op St. Vincent kwamen ze gelijk goed.’ Hans begon dit jaar met 40 vliegduiven op dubbel weduwschap. Hans: ‘Ik had tweemaal zoveel duivinnen als doffers.’ Hans heeft geen kwekers, die heeft hij een tijd terug weggedaan. De goede vliegers die te oud worden, gaan naar Theo Schmitjes om samenkweek mee te doen. Zoals gezegd ziet Jan Lukassen (Hans’ compagnon) graag duiven thuiskomen. Tussen de marathonduiven zitten een paar dagfondduiven via Willy Linsen uit Kleef. Hans: ‘Dit zijn echt goede duiven. Ze zijn van het soort Vandenabeele (grotendeels) met wat Koopman. Een goede vliegduif op de dagfond is ook weer terug naar Willy. Dit is ‘Snelle Willy’ tweemaal een 1e prijs van de club op de dagfond.’ Het seizoen is dit jaar gestart op 11 maart … dit was de koppeldatum. De koppels hebben allemaal 2 jongen grootgebracht. Daarna zijn ze op weduwschap gegaan. Dit was vanaf begin mei. Omdat Hans meer duivinnen als doffers heeft, rijst de vraag: Is de duifkampioen van de Marathon Noord ook gekoppeld geweest, Hans? Hans: ‘Ja, de goede duivin is gekoppeld geweest. Of dat invloed heeft gehad op zijn prestaties, is de vraag. Omdat ze goed gepresteerd heeft, zou je dat kunnen denken.’ De duiven hebben tijdens het broeden een geelkuur gehad. Verder niets! Iedere dag krijgen ze Chinese knoflook in het water. Iedere week wordt dit ververst. Er zit een kwart van een bolletje in een drinkpan. Naast het enten is Hans twee jaar niet bij een dierenarts. De duiven krijgen naast de Chinese Knoflook eens per week een paar druppeltjes Propolis in het water (1x per week). Hans heeft zelf bijen dus kan hij dit probioticum makkelijk zelf uit de bijenkast onttrekken. Ook krijgen de duiven twee keer in de week een half flesje Yakult in het water. Oude duiven krijgen alleen vitesse/midfondvluchten als voorbereiding op de marathonvluchten. De jaarlingen krijgen wel dagfond. Dit jaar heeft Hans het voersysteem aangepast. In eerste instantie worden de duiven flink en goed opgevoerd. Daarna worden ze even teruggenomen met Matador Start, daarna opgevoerd met Matador SE (heel vetrijk voer). Hans heeft dat met plezier gedaan dit seizoen en gaat dit systeem in de toekomst zeker doorzetten. Naast dit voer krijgen de duiven af en toe iets uit een Allerhande-emmer van De Patagoon en is er altijd vers grit op de hokken.

… wordt vervolgd …

Het bericht Hans Hanssen, Erlecom, 2e Kampioen Middaglossing SMN (deel 1) verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Selecteren zoals Frank Zwiers erover denkt

$
0
0

In deze aflevering over selecteren Frank Zwiers. Deze liefhebber won vorig jaar twee nationale vluchten. In het najaar van 2016 is hij verhuisd en heeft ‘op halve kracht’ het seizoen 2017 gespeeld met een aantal overgewende duiven. Het mooie was, dat hij gelijk weer met de beste meedeed. Niet zo goed als de laatste paar jaren daarvoor, maar beter dan hij had verwacht direct na zijn verhuizing. Zijn mening over selecteren doet er toe en staat hieronder …

Wanneer begint de selectie van de duiven op prestatie? Als jonge duif al? Wat is dan de lat? De fondduiven worden pas echt gelescteerd als ze twee jaar oud zijn. Als jongen worden ze goed ingespeeld tot boven de 400km en als jaarlingen krijgen ze 2 marathon vluchten. Dit alles als voorbereiding om het jaar dat ze er echt moeten staan.

Hoeveel jaar kweek je met kweekduiven voordat je deze gaat selecteren? Wat moet een kweker hebben gebracht o/m na een aantal kweekjaren te mogen blijven? Kweekduiven worden 3 jaar getest met minimaal 2 verschillende partners per jaar Elk jaar verdwijnen er dus kweekduiven en haal ik enkele nieuwe erbij om zo constant te zoeken naar verbetering. Een echte vaste maatstaf voor de selectie van kweekduiven is er niet. Uiteraard is het al belangrijk dat de kinderen gemakkelijk thuis komen en als tweejarige ook echt presteren. Toch heb ik ook een duif zitten waarvan ik al 4 jaar heb gekweekt maar niks bijzonders van op de hokken heb momenteel. Waarom zit deze duif er nog? Heel simpel omdat zijn kleinkinderen met verschillende duivinnen op verschillende hokken al teletekst pakken.

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker? Als een duif 5 jaar is word er een keuze gemaakt of deze naar het kweekhok gaat, dit hangt af van zijn/haar prestaties maar ook van de nakomelingen. Ik kweek echter voor mijzelf maar amper uit de vliegduiven. Vaak komen de prestaties dan dus door van andere liefhebbers. Een voorbeeld is mijn “Blue Beauty’ van 2012, een dochter van mijn stamduivin “Golden Future”. Deze duif vloog eigenlijk altijd net 1:10, niet heel speciaal maar ook zeker niet slecht. In 2015 kreeg ik echter een hele lijst aan referenties binnen van haar kinderen waardoor ik haar in 2016 op de kweek heb gezet.

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders? Ik kan het alleen op prestaties. Uiteraard heb je altijd een gevoel bij een duif maar uiteindelijk bepalen de prestaties. Omdat mijn aangekochte kweekduiven wel allemaal op bouw zijn geselecteerd kweek ik niet makkelijk slecht gebouwde duiven.

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, Gesloten/open, rug, spieren en voorarm? Alleen bijgekochte kweekduiven worden op bouw geselecteerd. Het belangrijkste vind ik dan de pluim deze moet super zacht zijn en vettig aanvoelen. Graag heb ik ook een duif met gesloten stuit maar heb al veel goede in mijn handen gehad die toch niet helemaal dicht waren. Spieren heb je in veel soorten en maten, ik zoek ze zo soepel mogelijk met bij voorkeur ook nog wat spiertrilling.

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven? Ik heb al tientallen echte topduiven vast gehad met open stuiten, wat wel opvalt is dat vaak de duiven die vaker aan de kop spelen wel goed gesloten zijn. Kweekduiven heb ik het liefste gesloten echter een goede kweker met een open stuit zal ik zeker niet ruimen.

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom? Ligt aan de ziekte

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren? laten herstellen en wederom spelen. Blijven ze weer weg dan afscheid van nemen. Elke duif kan een keer helemaal mis zitten).

 Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes? Laat ik over aan mensen die denken er verstand van te hebben (ik niet).

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen? Laat ik ook over aan mensen die denken er verstand van te hebben (ik niet).

Frank bedankt voor je eerlijke en duidelijke mening. Vliegprestaties als basis en duiven bijhalen met een zachte pluim en als het even kan trillende spieren. Hoe eenvoudig kan het zijn !!!

Het bericht Selecteren zoals Frank Zwiers erover denkt verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

De Oude Meeuw

$
0
0

Het seizoen is weer voorbij. Alleen wat late jongen worden met goed weer nog een stukje weggebracht. In ons lange hok zitten de meeste duiven op schapjes. In het hok van 5 meter zitten nog 8 koppels met jongen. De duiven zijn op schapjes gezet, nadat ze van de stenen eieren af zijn gelopen … in de hoop dat ze daarna niet meer gaan leggen. Nu ligt er bij ons een dikke laag erwtenstro in het hok. Daarom zijn er altijd een paar koppels die er anders over denken dan wij. Die gaan vrolijk in hoekjes lopen rommelen en dan heb je ze uiteindelijk toch weer aan het broeden. Al zijn ze zo kaal als een luis. Zes koppels gaan vrolijk verder met het zorgen voor nakomelingen … denken ze. Er liggen echter inmiddels weer stenen eieren onder.

Afgelopen week liet ik, zoals bijna dagelijks, het grote hok los. Tussen de koppel loopt een doffer met een lamme vleugel en de Oude Meeuw van 2003. Deze oude baas heeft niet elke dag zin om mee te vliegen en op die middag was het weer eens zo’n dag. Nu is hij één van de broeders in de vele hoekjes van het lange hok. Zijn duivin, Juliana, ging naar buiten en hij nam vrolijk zijn broedtaak op zich. De oude baas ziet er nog mooi uit, dacht ik nog. Ik maakte het hok schoon … pa had andere verplichtingen (anders doen we het samen) … gaf na het schoonmaken de duiven schoon water en deed de kleppen weer open, zodat de uitgevlogen duiven in en uit konden vliegen. Ik ging binnen nog wat werken en kon door het keukenraam de duiven goed in de gaten houden.

Toen ik ruim een half uur binnen was, waren de meeste duiven uitgevlogen … tijd om ze binnen te roepen. Ik pakte het voer uit de schuur en liep het hok in. En daar lag hij bij de deur … de Oude Meeuw … hij had onverwacht zijn laatste adem uitgeblazen. Een uurtje ervoor liep hij nog vrolijk in het hok rond en even later was er eind gekomen aan zijn mooie duivenleven in ons duivenhok en omgeving. Een vervelend moment voor een duivenliefhebber als ik ben. 14 jaar lang hebben wij van hem mogen genieten en hij van ons … het was een plezierig rustig beest. Toen ik hem oppakte was hij nog warm. Het leed was nog maar kort daarvoor geschied.

Nu ben ik een man met een goed geheugen. Zelfs na mijn burn-out, kan ik me nog veel dingen goed herinneren. Niet meer als voorheen … maar toch! Van de duiven weet ik best veel. In 2003 hadden wij in het gangetje van het lange hok een paar koppels zitten. Twee koppels vonden het nodig om van partner te wisselen. Ik vond dat niets (principieel als ik ben) … dus ik zette ze weer terug. Ik heb ze een paar dagen om en om losgelaten. Maar de koppels waren dat niet met me eens en wisselden weer zodra ze samen los mochten. We hebben het toen maar zo gelaten. Het Sodom en Gomorra-gehalte was nog niet erg genoeg, want één van die nu gevormde koppels werd gevormd door de Oude 11 (een topvliegster in die tijd) van 1996, die was aangelopen met haar zoon (ook zoon Carteus Giant). Zoals een vader die zijn kinderen na het verlaten van het ouderlijk huis moet leren loslaten, liet ik het mokkend toe.

In het najaar van 2003 lagen er her en der wat jonkies. Een aantal van die jonkies had mijn vader beloofd aan een collega. Bij de Oude 11 van 1996 en haar zoon lag een Blauw Meeuwtje. Ik had tegen pa gezegd, kleurengek als ik ben: ‘Je mag alles weggeven, maar die Meeuw blijft hier!’  Pa had niets anders verwacht, dus de Meeuw bleef lopen.

Omdat deze doffer pure inteelt was naar een hele beste duivin, werd De Meeuw gebruikt voor de kweek. Hij mocht in 2009 zelfs tegen Jo (onze 1e nationaal Mont de Marsan 2006). Er kwamen twee hele beste doffers uit. De één vloog goed en de ander kwam als jonge duif van een vlucht verlamd thuis. Hij had een spier in zijn vleugel afgescheurd. Deze doffer groeide uit tot één van de beste kwekers van het hok. De 2e NPO Bordeaux, de 14e nationaal St. Vincent ZLU duivinnen en de 3e nationaal Bergerac bij Leen Stout waren drie kinderen van hem. De 21e nationaal St. Vincent ZLU was een kleinzoon van hem en ik zal nog wel wat knappe duiven zijn vergeten. Uit de Oude Meeuw zelf kwam rechtstreeks naast deze goede doffers o.a. de duifkampioen Ochtendlossing van het rayon en 2e duifkampioen Ochtendlossing van de afdeling. In zijn laatste jaar gaf hij nog verschillende mooie duivinnen met Juliana, een duivin van Jurrian van Amerongen. Ons ‘neefje’ uit Bunnik. Deze duivin is op de kweek geraakt, omdat ze haar poten laat hangen tijdens het vliegen. Beide poten zijn gebroken geweest. Omdat ze aerodynamica mist, mag ze proberen goede nazaten te geven. En dat lukt met verschillende doffers. Hopelijk zijn haar jongen met de Oude Meeuw ook toppertjes. De Oude Meeuw is sinds vorige week alleen nog een mooie herinnering. Dat is waardevol in de hobby die we hebben. Naast de mooie herinneringen is er nog iets … Zoals ze bij ‘Dit was het Nieuws’ altijd zeiden … Gelukkig hebben we de foto’s nog!

Het bericht De Oude Meeuw verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Selecteren volgens Leo Pronk

$
0
0

Leo Pronk is een vaste waarde bij de Kampionen van Noord Holland op de ZLU-vluchten. Dit jaar won hij Mont de Marsan in de Fondunie 2000. Hoe denkt deze eigenaar van een timmerbedrijf over selecteren? U leest het hieronder:

Wanneer begint de selectie van de duiven op prestatie? Als jonge duif al? Wat is dan de lat? Als jonge duif worden ze opgeleerd, ze móeten thuis komen. De natuurlijke gezondheid van de duif is het belangrijkste omdat ze bij mij nooit medicijnen krijgen.

Hoeveel jaar kweek je met kweekduiven voordat je deze gaat selecteren? Wat moet een kweker hebben gebracht om na een aantal kweekjaren te mogen blijven? Mijn kwekers krijgen een aantal jaren de tijd, dit is ook inherent aan het marathonspel. Belangrijk is ook dat de kwekers allemaal goede vliegduiven waren. Heb geduld en koppel geregeld om.

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker? Meestal gaat een goede vliegduif na een aantal jaren naar het kweekhok. Dan begint meestal ook de zoektocht, wat past op wie, soms heb je geluk en ontdek je al op het vlieghok een goed koppel. Dit jaar heb ik bv de asduif Bordeaux ZLU, was tot dit jaar altijd ’s avonds thuis en dat op ruim 1000km. Dit jaar was zijn dochter mijn eerste duif. De doffer kwam daarna behoorlijk gewond thuis aan borst en vleugel. Dit hielp bij het besluit dat hij naar het kweekhok gaat.

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders? Als ik de jongen opleer en ik pak een duif die me niet aanstaat (gevoel) ga ik er niet mee door. Mijn duiven moeten gezond zijn, dit is essentieel, omdat ze geen medicijnen krijgen. Alleen maar zuur in het drinkwater en een kruidenmix die ik al meer dan 15 jaar aan de duiven geef.

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, Gesloten/open, rug, spieren en voorarm? Een duif moet in balans zijn, of hij nou groot of klein is. Een mooie korte voorarm is meegenomen. Vaak is het zo dat mijn oog valt op een duif met uitstraling, puur intuïtief dus. Maar ik heb het niet vaak mis. De besten zijn vroeg op de klep en altijd fris thuis.

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven? De bouw van de duif moet voldoen. Daarmee bedoel ik dat de duif bij keuring toch wel +/- 91 1/2 punt moet krijgen. Bij marathonduiven is dit wel eens lastig  omdat het langer duurt voordat de duif is uitgegroeid. Neem bv mijn Queen of the Sky, klein en compact. Deze zou nooit meer dan 91, ½ punt krijgen op een tentoonstelling. (Bouw zegt niet alles)

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom? Zieke duiven heb ik zelden of nooit. Bij de jongen zie ik wel eens een vies neusje, dit is meestal na 2 of 3 dagen weer weg. Zo niet, dan verdwijnt de duif uit mijn hok. Mocht er E.coli onder de jongen ontstaan, Dan verdubbel ik de hoeveelheid zuur en na +/- 4 dagen zijn de duiven weer gezond. De duif die het ondanks alles toch niet redt blijft niet op het hok.

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren? Deze jonge duiven krijgen gewoon opnieuw de kans.

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen? Het is wel prettig als er tussen vleugel en lijf geen gat zit. De verspringing zie je tegenwoordig bij bijna iedere duif.

Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes? Ik kom op veel hokken en zie veel duiven. Ik heb denk ik wel alle kleuren en maten bij goede duiven gezien. Op de beurs krijg ik wel mensen met loepen, wat zij zien is interessant om aan te horen omdat het voor hen een selectie betreft. Voor mij telt dat ik een duif mat een mooi groen oog kan waarderen. Als de duif goed naar huis komt, is een lelijk of mooi oog zo vergeten en wordt de duif steeds mooier!

Leo, bedankt voor je duidelijke antwoorden en de tijd die je nodig had deze vragen te beantwoorden !!! Succes met het nadenken over het vormen van de koppels voor 2018.

Het bericht Selecteren volgens Leo Pronk verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Selecteren zoals Rob van Moorselaar erover denkt

$
0
0

Rob van Moorselaar uit Wadenooijen is al zeker 20 jaar een vaste waarde bij de kampioenen op de meerdaagse fond van de afdeling 7. Hij bouwde zijn stam duiven op met de geweldige duiven van Ben Kooijman en zijn toenmalige schoonzoon Ruud Korrel. Daarna kwamen er andere duiven bij (Lazeroms via Willem van Breene uit Driebergen en Van der Wegens via Hennie Wennekes uit Tiel), die deze ingeteelde stam prima aanvulde. Rob smeedde hier een sterk hok met duiven van. Genoeg redenen om Rob te laten ‘praten’ hoe hij over selecteren denkt …

 Rob: ‘Ik selecteer alleen op prestatie van de duiven … dit gebeurd in principe van het 2de levensjaar. Duiven die als jaarling meerde keren echt te laat komen en dan bedoel ik 1 of 2 dagen na het sluiten van het concours verdwijnen ook.’

Hoe doe je dat met kweekduiven? ‘Ik kweek in principe 3 jaar uit kweekduiven en dan moeten er jonge uit zijn die kop hebben gevlogen, raak ik ze als jonge duif al kwijt dan is het snel bekeken en worden ze verwijderd. Kweekduiven moeten wel meerdere duiven gegeven hebben die goed vliegen en niet 1 of 2. Er zijn bij mij duiven die ik wel 10 jaar of meer voor de kweek heb behouden. Hierdoor heb ik wel een stam duiven die erg aan elkaar verwant is.’

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker? ‘Bij mij gaat niet iedere goede vlieger naar het kweekhok. veel goede vliegers geven jongen die later ook goede vliegers worden. Uit de goede vliegers worden ook ieder jaar jongen gebroed en zo kijk ik of ze na hun vliegcarrière naar het kweekhok gaan. Er zijn duiven die bij mij  erg goed gevlogen hebben en regelrecht afgevoerd zijn, omdat ze simpel weg geen goede duiven gaven.’

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders? ‘Ik selecteer voor 85% op prestatie en 15% op een bouw en pluimen. Een duif de moet presteren moet mijn inziens goed gebouwd zijn en een gladde pluim hebben. Wel doe ik al jaren aan maankweek en dat bevalt mij prima. Ik ken na genoeg geen verliezen bij de jonge duiven en kweek jaarlijks meerdere bruikbare, goede en soms hele goede duiven. Ik kweek jaarlijks ca 30 tot 35 jongen duiven en raak er gemiddeld over de laatste 10 jaar 5 tot 10 % kwijt.’

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, Gesloten/open, rug, spieren en voorarm? ‘Ik kijk bij de kweek van mijn jonge duiven naar de stuit. Deze moet dusdanig  gesloten zijn dat er een kleine opening van ca 3 mm tussen de botjes zit. Ook mag er maximaal 1 vinger passen tussen het borstbeen en de stuit. Ik zie graag een korte voorarm. Lange borstspieren zijn voor een goede fondduif noodzakelijk … mijn inziens.’

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven? ‘Een gesloten stuit bij goede vliegduiven is een must ,maar duiven die goed getraind zijn hebben dit hebben dit ook. Bij kweekduiven is dit als ze jong zijn vaak het geval alleen als ze ouder worden komt het wel eens voor dat de duivinnen de stuit wat minder sluit.’

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom? ‘Ik heb eigenlijk zelden last van zieken duiven. Duiven die ziek zijn, worden niet direct verwijderd. Zeker bij de oude niet. Jonge duiven die ziek zijn krijgen 1 week de tijd om op te knappen gebeurd dat niet dan worden ze verwijderd. Als ze voor een 2 keer ziek worden dan gaan ze er ook uit.’

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren? ‘Jonge duiven die 1 of meerdere dagen weg zijn geweest blijven hier gewoon zitten. Ik heb er geen moeite mee als ze avonds niet thuis zijn of een paar dagen weg zijn, vaak worden ze er niet dommer van en raak je ze ook niet gauw meer kwijt. Het moet echter niet zo zijn dat ze regelmatig weg zijn en dan weer terug komen want dan is het afgelopen.’

Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes? ‘Wat betreft de ogen theorie kan ik kort zijn, ik heb daar geen verstand van. Ik heb mij hier ook nog nooit mee bezig gehouden eerlijk gezegd.’

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen? ‘De gehele vleugel van een duif moet stevig aan voelen ik wil hier mee zeggen dat de vleugel goed aan moet sluiten op de rug maar ook dat als je er met je vingers van onder tegen aandrukt deze er niet moeiteloos door heen steken. Ook zie ik graag dat de laatste broekpen aansluit op de eerste slagpen.’

Rob, bedankt voor je duidelijke en goed onderbouwde visie op selecteren.

 

Het bericht Selecteren zoals Rob van Moorselaar erover denkt verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.


Hans Hanssen, Erlecom, 2e Kampioen Middaglossing SMN (deel 2 en Slot)

$
0
0

Vorige week heeft u de eerste helft van het verslag van de winnaar van het zilver van de Marathon Noord kunnen lezen. Dit is Hans Hanssen, die op een prachtige plek aan de Kerkdijk in Erlecom woont. Hij was tweede in de Middaglossingscompetitie. U heeft kunnen lezen hoe Hans met de duiven is gestart, hoe hij met het roofvogelprobleem omgaat en het seizoen bij hem is verlopen en hoe hij het aanpakt. Verder heeft u kunnen lezen hoe sociaal deze liefhebber met zijn medemens omgaat. In de tweede helft gaat het hoe hij de tweede plaats heeft bereikt in de Marathon Noord en hoe Hans de duivensport beleefd. Ik hoop dat u dit verslag met net zoveel plezier leest, als dat ik het heb geschreven …

De 622 Duifkampioen Marathon Noord 2017

Marathon Noord
De eerste vlucht die telde voor het kampioenschap van de Marathon Noord was St.Vincent. Op deze vlucht liet de 1e getekende het afweten. Deze duif was vorig jaar duifkampioen. De 2e getekende was ‘de 622’ van 2014. Ze kwam mooi op tijd met kort daarop een andere duif die tien minuten later viel. Deze duiven zaten 47e en 62e nationaal. In de Marathon Noord zat de tweede getekende 21e. Tussen de vluchten door zijn de duiven niet meer gespeeld ook niet gelapt. De eerste 2 duiven van St. Vincent, stonden bovenaan op Dax. Weer vielen ze binnen 10 minuten. Alleen in omgekeerde volgorde. ‘De 675’ van 2014 was dit keer de eerste. In de Marathon Noord zaten ze 54e en 58e. Nationaal pakten ze de 141e en 154e nationaal. Op Bergerac stonden niet dezelfde twee duiven bovenaan. Wel ‘de 622’ … zij werd gevonden op het hok. Het was nog knap donker. Het heeft veel moeite gekost om haar binnen te krijgen. Er is met een bal gegooid. Toen kwam er beweging in en liep ze naar binnen. De tweede getekende was de derde duif en die werd om 6.55 uur geklokt. De tweede getekende is een volle zus van de 675, de eerste duif van Dax. Deze topper was ook mee op Bergerac. Ze was niet goed genoeg om bij de getekende te zetten. Ze vloog wel prijs op Bergerac en was Hans’ vijfde duif. Waarom heb je haar toch gespeeld terwijl je haar niet bij de getekende wilde zetten, Hans? Hans: ‘Was verder prima, maar niet goed genoeg om bij de getekende te zetten. Ze was er gelukkig wel om 7.30 uur.’ ‘De 622’ pakte op Bergerac de 77e nationaal. In de Marathon Noord speelde ze de 16e prijs. Op deze manier werd ze Duifkampioen van de Marathon Noord. Met een voorsprongetje op de 2e en 3e Duifkampioen van Gerard Kok uit IJsselmuiden en Rick te Morsche uit Wierden. ‘De 622’ komt uit een doffer van Ad van Heijst met vaak de 1e nationaal Dax (‘Miss Dax’) van vader Van Heijst. Verder komt ‘de 16’ van Ad Hendriks (Duifkampioen en winnaar van meerdere kopprijzen) terug in de vader van ‘De 622’. Deze duiven (‘De 16’ en ‘Miss Dax’) komen ook terug in de moeder van ‘de 622’. Daarnaast zie je ‘De 004’ van Theo Smitjes terug, die teletekst speelde en wat oude Theelen-lijnen en zelfs een duif van Verweij-Castricum (met veel bloed van de beroemde ‘Toon’). ‘De 675’ (eerste duif van Dax) en de tweede getekende van Bergerac komen uit een doffer van Huub Spaan uit Nijmegen. Huub speelt nog steeds onder de naam Heijsen-Spaan. Deze doffer pakte in 2013 een 1e prijs in de kring van St. Vincent. De moeder van deze duivinnen heet ‘De Verloren Bril van Sieneke’. Deze duivin won o.a. in 2013 de eerste prijs van Cahors. De vader van deze duivin is ‘De Verloren Bril’. Hans heeft zijn bril verloren bij het ophalen van deze duif bij Willy Geurts en zn. In deze doffer zit bloed van de soorten: Eijerkamp-Muller, Jan Peters, Bernd Morsnowski en Vluggen. Deze doffer vloog sterk in de jaren 2010 en 2011. De moeder van ‘De Verloren Bril van Sieneke’ is ‘Sieneke’. ‘Sieneke’ komt uit een 100% Theelen-doffer via Toon Corbeek en ‘Adje 22’ van Ad Hendriks. Dit koppel staat ook in de stamkaart van ‘de 622.’ In deze drie toppers van Hans zitten veel goede vliegduiven en dat betaalt zich regelmatig uit met een goede nazaat.

De 675

Beleving … gezelligheid!
Duivensport is voor Hans een hele goede afleiding naast zijn drukke maar enerverende werk. Hans: ‘Een goede ontspanning … daar is de duivensport ook voor bedoeld. Ik had in 2016 één goede vlucht gehad (Marseille) en daar kan ik normaal gesproken een jaar op teren en na dit seizoen met een 2e plaats in de Marathon Noord en drie prima vluchten kan ik er nu 2 jaar op teren.’ U leest het al, Hans kan heel goed relativeren. Hij zit niet in zak en as, als het minder gaat. Hoop is het brood van de armen, zei pa Hanssen, volgens Hans. Roofvogel is soms een domper. Hans: ‘Ik moet me aanpassen aan de natuur. Dus geen roofvogelpakkaart (melden van gepakte duiven door roofvogels, bedacht door de NPO), maar later beginnen in het jaar met het vliegseizoen.’ Hans’ familie is niet betrokken bij de duiven. Wel heeft hij veel duivenvrienden, waar hij mee samenwerkt. Zo is daar Theo Schmitjes uit het naburige Malden, Ad van Heijst, Lam Brugman, Piet Janssen (waar hij kampioendagen mee afgaat). Hans: ‘Plezier met elkaar … zoals de Wijchense Duivendagclub. Dit plezier is het belangrijkste.’ Ad van Heijst, die samen met mij namens de Marathon Noord Hans ging feliciteren, vertelt: ‘Het was volgens mij Marseille, een aantal jaren terug, … het was warm, eigenlijk heel heet. We lagen op een kleedje hier bij Hans op duiven te wachten. Glasje wijn erbij, heel gezellig, nog een glaasje wijn. Er komt nog lang wachten een duif aan en die gaat naar binnen … de duif gedraaid. Toen zei Hans: ‘Zal maar niet gaan afslaan. De wijn heeft te rijkelijk gevloeid en het was beregezellig!’ Hans en Ad houden al 20 jaar weddenschappen met de duivenwedstrijden. Niet altijd om de eerste in de klok. Maar ook bijvoorbeeld de eerste van de 5e getekende of de onderste van de lijst. Dit allemaal om een etentje. Dit zijn de leuke dingen van de duivensport.

Tot Slot
Wat kan er beter in de duivensport, Hans? Hans: ‘Er kan beter worden ingespeeld op specialisme. Zoals staat beschreven in het beleidsplan geschreven in het begin van de jaren ’90 … Vliegend naar 2000 genoemd. Verder graag minder regels vanuit de NPO (dus gewoon weer invliegduiven!). Een veel betere structuur. Het kan flexibeler in alles. Iedere speler moet beslissen over zijn eigen discipline. Geen programma-spelers die beslissen over onze marathonvluchten en andersom. Het gevolg van al die regels van het huidige NPO-bestuur … Ik ga de jongen in Giesbeek inkorven, omdat de duiven dan niet gechipt hoeven te worden. Dat zou niet nodig moeten zijn!’ Raken woorden ! Tot slot … Hans bedankt voor de gezelligheid en Gefeliciteerd met je mooie tweede plaats op de Middaglossing van Marathon Noord. We wensen je nog lang en veel gezelligheid in de duivensport en op de Duivendagen in Wijchen die we dan samen met Ad en de anderen mogen beleven!

 

Het bericht Hans Hanssen, Erlecom, 2e Kampioen Middaglossing SMN (deel 2 en Slot) verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Review Med. Tollyamin Forte

$
0
0
  1. Ervaren

Een mooie zwarte literfles met een duidelijk label. De inhoud, een middel dat eigenlijk het hele jaar zijn nut bewijst voor de duiven. Ik pak zelf even één van mijn verzamelde maatbekertjes erbij voor het afmeten. Op de fles staat duidelijk dat er 15 ml per liter water moet worden afgemeten, zowel voor de kweek, het vliegen als tijdens de rui. Het advies is om het drie tot vijf dagen per week door het water te doen. Tijdens het afmeten komt er een gele vloeistof uit. Ik ruik zelf een soort frisse honing-appel geur. Dit zit overigens niet in de ingrediënten, maar persoonlijk vind ik het daar naar ruiken. De gele vloeistof mengt prima met het water. Het schuimt wel even en het duurt een kleine tijd voordat dit helemaal is weggetrokken. De duiven lijken er verder geen probleem mee te hebben en ik zie ze ‘normaal’ drinken. Maatdopje weer even schoon maken en klaar is Kees. Ik merk wel dat ik even een doekje langs de fles moet halen aangezien het een heel klein beetje ernaast drupt. Wellicht dat dit met wat beleid te voorkomen is, maar zo werkt het ook prima. Op het label staat duidelijk in het Nederlands (Engels, Frans en Duits) aangegeven wat de bedoeling is. Ook staat er netjes beschreven in het kort wat het doel van dit bijproduct is. Daarnaast zijn de toevoegingsmiddelen duidelijk aangegeven.

  1. Inzoomen

Med. Tollyamin Forte bevat per liter:

Toevoegingsmiddelen:
Vitaminen en provitaminen: 

B1 Thiamine 445mg
B2 Riboflavine 146mg
B3 Niacinamide 2600 mg
B5 D-Panthenol 600 mg
B6 Pyridoxine 450 mg
B7 Biotine 20 mg
B9 Foliumzuur 25 mg
B12 Cobalamin 2000 mg
Choline chloride 6500 mg
L-carnitine 2500 mg

Smaakstof:
Glutamaat 500 mg

Aminozuren:
L-Methionine 5000 mg
L-Lysine 3000 mg
L-Threonine 400 mg
L-Tryptophaan 200 mg

Samenstelling per 1kg:
Propyleenglycol 100g
Dextrose 25g
Fructose 25g
Inositol 6g
Kalium chloride 2g
Magnesium chloride 2g
Calcium chloride 1,35g
Natrium acetaat 1,30g

Analytische bestanddelen (waarborgen):
1% ruw eiwit
0% ruwe celstof
0% ruw vet
0,05% ruwe as
0,3% Lysine
0,5% Methionine
0,02% Natrium
82% Vochtigheid

Dit bijproduct bevat een mooi lijstje met toevoegingen. Ik wil jullie als ‘lezer’ niet kwijtraken in het flink informatieve verhaal. Vandaar dat ik eerst een samenvatting schrijf, hierna volgt een uitgebreide versie. Niet geïnteresseerd in de uitgebreide versie? Dan kan je na de samenvatting verder naar onderdeel 3 Praktijk om te lezen hoe andere melkers dit product toepassen.

Samenvatting
Vitamine B komt voor onze duif voor in peulvruchten (erwten), groente en pinda’s. Dit gaat alleen om zeer lage hoeveelheden.
Vitamine B heeft een duidelijk aandeel in:

  • een gezonde spijsvertering;
  • een goede eetlust;
  • het goed opgroeien van een jonge duif;
  • de stofwisseling van vet en suikers;
  • een goed, gezond verenpak;
  • de vliegprestaties

Wij vragen en verwachten heel veel van onze duiven, maar uit voeding kan de duif maar in zeer lage hoeveelheden vitamine B opnemen. Om bovenstaande redenen is het dus zeker wel het overwegen waard om vitamine B extra toe te dienen.

Aminozuren dragen kort door de bocht bij aan:

  • het vervoer en de opslag van voedingsstoffen (vetten, koolhydraten, proteïnen/eiwitten, mineralen en vitaminen*);
  • de algemene gezondheid;
  • hebben een positieve invloed op de prestaties;
  • het herstel van de spieren;
  • kwaliteit van de veren.

Elektrolyten zorgen voor brandstof, het goed functioneren van hart en spieren en een juiste vochtbalans.

* (ik verwijs even terug naar mijn column ‘Jerrycan’ http://www.marathonduivenjournaal.nl/column/jerrycan-en-evalu-leren/ als je meer wilt weten over vetten, koolhydraten, proteïnen/eiwitten, mineralen en vitaminen.)

Uitgebreide versie

Ik heb een mooi boekje gevonden die ik nog ergens had liggen: Ziekten, tekorten en remedies van Victor Vansalen. Hierin staat duidelijk beschreven wat het effect op de duif is bij een tekort aan vitamine B.

Vitamine B. Complex – tekort aan:

B1 Thiamine

  • Gebrek aan eetlust
  • Spijsverteringsstoornissen
  • Groenachtige half-waterachtige mest
  • Hartstoornissen
  • Polyneuritis (ontsteking van zenuwen)

B2 Riboflavine

  • Verzwakking o.a. in de poten en de vleugels
  • Slechte vliegresultaten
  • Slechte broedresultaten o.a. door gebrekkige ontwikkeling van het embryo

B3 Niacinamide

  • Vertraagde groei
  • Gebrekkige bevedering en slechte verpluiming
  • Abnormaal platte mest
  • Gebrek aan eetlust
  • Ontstekingen aan de tong en mondholte

B5 D-Panthenol (alcoholvorm pantotheenzuur)

  • Gebrekkige pigmentatie
  • Slechte groei

B6 Pyridoxine

  • Gebrek aan forme bij de duif (door slechte stofwisseling)

B12 Cobalamin

  • Bloedarmoede
  • Slechte bloedresultaten

B7 Biotine en  B9 Foliumzuur staan niet in mijn literatuurboekje. Na enige research heb ik ontdekt dat Biotine een belangrijke rol speelt bij de vet- en suikerstofwisseling en de productie van vetzuren. Ook helpt het bij de herstelprocessen van hoornstof/keratine. Dit is een stof die in de veren van een duif voorkomt. Foliumzuur helpt mee in het maken van de rode bloedcellen, het ondersteunt de groei en is betrokken bij de omzet van sommige aminozuren (die ook rijk aanwezig zijn in dit product).
Het mag dus duidelijk zijn dat vitamine B een duidelijk aandeel heeft in de algemene gezondheid en groei (van de veren) van de postduif.

Aminozuren
L-Methionine draagt bij aan het vervoer en opslag van vetten. Voor ons marathonspelers is het dus interessant om dit toe te dienen aan onze postduif. Mede door het gebruik van dit aminozuur kunnen de gegeven vetten op de meest efficiënte manier worden opgeslagen. Verder draagt dit aminozuur bij aan het herstel van de spieren en de aanmaak van nieuwe veren.

L-Lysine ondersteunt de stofwisseling en bevordert daardoor de eetlust. Het ondersteunt de opname van calcium, wat weer voor een sterk bottengestel zorgt. Zo ook van ijzer, wat zorgt voor een goede zuurstofopname in het bloed. Lysine maakt het bindweefsel (huid en spieren) sterker.

Interessant om te lezen was dat lysine in een duidelijk verband staat met stress en dat het gebruik van lysine duidelijk voor stressvermindering zorgt. Wellicht interessant om dit eens uit te testen bij jonge duiven?

L-Threonine houdt de huid elastisch en gezond. Het ondersteunt de lever en bestrijdt leververvetting. Over de lever komt straks nog een korte uitleg. Het draagt bij aan de productie van antilichamen; het immuunsysteem wordt ondersteund. Tot slot worden voedingsstoffen beter opgenomen wanneer threonine is toegediend.

L-Tryptophaan heeft voor onze duif een ondersteunende werking op de ontwikkeling van spieren. Het draagt bij aan de ondersteuning van het immuunsysteem en de juiste opname van vetten.

Elektrolyten
Propyleenglycol draagt bij aan de vochtbalans; de duif kan beter vocht vasthouden.

Dextrose is een eenvoudige suiker die snel door de duif kan worden opgenomen als ‘brandstof’.

Fructose is een suiker die wordt gehaald uit fruit. Ook dit kan snel door de duif worden opgenomen als ‘brandstof’.

Kaliumchloride is een mineraal/zout dat bijdraagt aan het goed functioneren van het hart.

Magnesiumchloride is een mineraal/zout dat bijdraagt aan het goed functioneren van de spieren.

Calciumchloride is een mineraal/zout dat bijdraagt aan de opbouw en onderhoudt van het botgestel.

Natriumacetaat is een mineraal/zout dat bijdraagt aan een juiste vochtbalans en verlaagt de bloeddruk.

Lever
Wat voor ons met betrekking tot de duif interessant is om te weten is dat de lever afvalstoffen verwerkt en zorgt voor een goede stofwisseling. Soms worden deze processen verstoord, dit kan verschillende oorzaken hebben. De lever kan vetten opslaan, ‘leververvetting’ genoemd. Je ziet niks aan de duif, maar de lever functioneert niet geheel zoals het zou moeten.
In Med. Tollyamin Forte zit choline en inositol. Choline voorkomt dat de lever vet opslaat. Inositol zorgt ervoor dat vet wordt opgelost.
Tijdens de rui wordt er zeker meer gevraagd van de lever. Dit is interessant om rekening mee te houden voor de liefhebber. Een goed functionerende lever ondersteunt de rui aanzienlijk.

  1. Praktijk

De gebruikers van Med. Tollyamin Forte die ik ditmaal heb gevonden zijn Gert-Jan de Hoogh, Rick de Palm en Jean-Pierre Biesmans.
Gert-Jan is dit voorjaar gestart met het geven van dit bijproduct. Vincent Schroeder (één van de mannen achter dit bijproduct) heeft Gert-Jan duidelijk het nut ervan uitgelegd en hij was meteen overtuigd. Rick geeft aan tijdens een mestcontrole in 2014 bij de firma kennis te hebben gemaakt met dit bijproduct. In 2015 liep hij op de beurs weer tegen dit product aan en kreeg hij er meer kennis over. Jean-Pierre voegt hieraan toe dat hij ook op aanraden van Vincent zelf al drie jaar dit product geeft op zowel eigen hok in België als op een satelliethok in Duitsland. Jean-Pierre geeft dit product in het vliegseizoen na thuiskomst en hij voegt hieraan toe dat dit ook nuttig is na een kuur. Rick doet dit anders, hij geeft het product tijdens de rui: ‘Ik heb gemerkt dat ze dan veel mooier door de rui komen en een goed glanzend verenpak krijgen’. Van maandag tot en met vrijdag; in het weekend schoon water. Opmerkelijk is dat Gert-Jan er juist een andere filosofie op nahoudt. Hij vindt dat een duif zelf op een goede zak voer door de rui moet komen. Hij houdt het bij het geven in het vliegseizoen. Dit doet hij dan op de dag van thuiskomst na een zware vlucht en ook de dag erop. Marathonmannen opgelet: Gert-Jan geeft als advies ook dit product 1 à 2 dagen voor inkorven te geven als er een zware vlucht op komst is. Bij Jean-Pierre komt dit product op maandag en eventueel woensdag in de drinkpan, zo ook na een kuur. Alle mannen volgen verder de geadviseerde wijze op. Gert-Jan durft er wel eens van af te wijken, Jean-Pierre geeft nog als tip dat het ook prima over het voer kan, even afdrogen met wat biergist.

Gert-Jan gaat volgend jaar dit product weer gebruiken, zeker voor zijn marathonduiven: ‘Dit jaar vijf rayonoverwinningen en één afdelingsoverwinning, waarom veranderen als het goed gaat?’. Volgens Gert-Jan een topproduct, de duiven zijn zo hersteld. Rick geeft aan dat er zeer veel op de markt is te vinden. Hij vindt dat je een keuze moet maken en hierin moet gaan geloven en er aan vasthouden. ‘Succes bereik je door te geloven, klappen te krijgen en door te vechten. Iedere nederlaag is het begin van een overwinning.’ Ook Jean-Pierre blijft dit product gebruiken, op beide hokken. Hij benadrukt nogmaals dat dit een topproduct is na een kuur, de duiven zijn er zo weer bovenop. Volgens hem is de rest qua vitamine-bijproducten overbodig.

Heren, bedankt voor jullie input! We zijn weer een stuk wijzer geworden, hoe en waarom dit product te gebruiken.

Na de laatste review kreeg ik geregeld vragen over het product. Ik wil jullie graag doorverwijzen met eventuele vragen naar (in dit geval):
W: https://www.schroeder-tollisan.com
E: info@schroeder-tollisan.com

© Fabian Wendel

Voor vragen:

fabiansocialmedia@outlook.com of de contactpagina van Het Marathonduivenjournaal

Het bericht Review Med. Tollyamin Forte verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Selecteren volgens Let Stel, Herman Brinkman en Albert Poulisse

$
0
0

Deze keer de visie op selecteren van drie goede liefhebbers, die minder uitgebreid hebben geantwoord, maar die wel een stevige mening hebben. Dit zijn Let Stel uit het Groningse Drieborg, de bekende Herman Brinkman uit Tuk en uitgesproken topper uit Kerkdriel, Albert Poulisse. Alle drie de mannen weten wat het is om vroege prijzen te pakken met hun duiven. Ze stapelen teletekstnoteringen op en spelen zich al tientallen jaren tussen de kampioenen.

Wanneer begint de selectie van de duiven op prestatie? Als jonge duif al? Wat is dan de lat?
Let Stel: Als jonge duif  als ze fris en fruitig overkomen … ook van een vlucht met tegenwind. Wie dit niet doet … verdwijnt.
Herman Brinkman: De jonge duiven gaan met de reguliere jonge duivenvluchten mee. Alles wat terug komt blijft en als jaarling krijgen ze 2 middaglossingen. Als ik daarna nog selecteren moet gaat dat op prijs.
Albert Poulisse: Als 2-jarige en dan moeten ze prijs hebben gevlogen.

Hoeveel jaar kweek je met kweekduiven voordat je deze gaat selecteren? Wat moet een kweker hebben gebracht om na een aantal kweekjaren te mogen blijven?
Let Stel: Twee jaar … als er niks goeds uitkomt gaan ze weg en komt er goeds uit mogen ze blijven.
Herman Brinkman: Na 3 jaar kweken moet er toch wel een duif uitgekomen zijn die kop kan vliegen anders gaan ze eruit.
Albert Poulisse: 5 jaar, eerder weet je de waarde niet!

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker?
Let Stel: Beide.
Herman Brinkman: Vliegprestaties over het algemeen. Meestal heb je er te weinig uit gekweekt om de kweek waarde al te kunnen beoordelen.
Albert Poulisse: Beide

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders?
Let Stel: Prestaties … maar meestal is de bouw dan ook wel goed.
Herman Brinkman: Selecteren doe ik alleen op prestaties. Ik zie ook graag een mooie duif maar het zegt geen drol.
Albert Poulisse: Klopt, alleen prestaties.

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, gesloten/open, rug, spieren en voorarm?
Let Stel: Vind ik allemaal belangrijk. Bij een goede duif zijn die ook aanwezig. Uitzonderingen zijn er altijd.
Herman Brinkman: Ik selecteer alleen op prestaties en hoe beter die vliegt, hoe mooier die wordt.
Albert Poulisse: Selecteer op uitstraling en vitaliteit en prestaties.

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven?
Let Stel: Vind ik ook. Het is echter niet altijd zo.
Herman Brinkman: Heb net nog even mijn “goede” vliegers in de hand gehad. Allemaal een goede stuit.
Albert Poulisse: Als je de lelijkerds er steeds uit selecteer hou je vanzelf mooie tententoonstellingsduiven over, maar we willen toch prijsvliegers.

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom?
Let Stel: Ja, omdat 9 van de 10 toch niks wordt.
Herman Brinkman: Zieke duiven worden een aantal dagen in de ren gezet. Geen verbetering … dan weg.
Albert Poulisse: Ja.

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren?
Let Stel: Uitselecteren … net als vorige vraag.
Herman Brinkman: Heb dit jaar toch wel een achttal duiven opgehaald. Deze gaan eerst apart en nu probeer ik ze op de natour.
Albert Poulisse:  Ja

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen?
Let Stel: Kijk naar beide niet, want bij goede duiven zie je veel verschil in de bouw.
Herman Brinkman: Kijk nergens naar. Heb zoveel mensen op mijn hok gehad die allemaal verschillende stokpaardjes bereden. Allemaal theorie…. De praktijk telt.
Albert Poulisse: Nee!


Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes?
Let Stel: Totaal niet!
Herman Brinkman: Onzin!
Albert Poulisse: Niet, een duif moet wel uitstraling hebben.

Let, Herman en Albert bedankt voor jullie openheid en voor jullie visie.

Het bericht Selecteren volgens Let Stel, Herman Brinkman en Albert Poulisse verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Vincent Vork, Noorden … Vloeiend van middag naar ochtendlossing

$
0
0

In 2010 won Vincent Vork alle grote kampioenschappen op de middaglossing. Eerste in de afdeling 5, in de sector 2 en ook nationaal kampioen. Na zeven jaar is er niet veel veranderd of het moet zijn dat het ( versleten en verrotte) jongeduiven en jaarlingenhok afgebroken is en vervangen door een nieuw. De prestaties zijn in ieder geval gebleven en de uitslagen zijn nog steeds vaak imponerend.

Intro
In Midden Nederland, tussen Woerden en Mijdrecht, ligt het landelijke Noorden. Vlakbij de Nieuwkoopse plassen rij je door het fraaie Hollands landschap. Net buiten de dorpskern woont Vincent met zijn gezin op hetzelfde perceel als zijn schoonouders. Nadat Vincent jaren op de bloemenveiling heeft gewerkt, is hij nu bloemenkweker. Hij voert nu dus aan in plaats van verwerken van bloemen! Buiten de kassen waar Hortensia’s gekweekt worden, is er voldoende ruimte voor de duiven van Vincent en de paarden van zijn vrouw Colinda en hun dochters.

De start als duivenliefhebber
Van huis uit waren er altijd al duiven. Vincent zijn broers hielden duiven en toen één van beide minder tijd kreeg, werd Vincent duivenmelker. Het was toen 1978 en t/m 1985 is onder de naam Gebr. Vork gevlogen. Hierna is er acht jaar met zijn oom Piet Spring in ’t Veld gevlogen en werd er op de programmavluchten regelmatig bij de eerste 10 generaal kampioenen  gevlogen in de “CC Leiden”. In die tijd tegen oa. de Gebr. de Wit! In 1988 werd om 5.48 uur een duif van Bergerac geklokt. Deze won een kleuren tv met teletekst en was de aanzet naar de fond. Zeker toen een seizoen later deze prestatie werd geëvenaard. Eind 1992 werden twee koppels duiven gehaald bij Willem Kooi uit Voorhout. Hieruit is Vincent zijn “Daxdoffer” gekweekt. Deze won de 25e nat. Dax in 1995 en dat was een loodzwaar concours. Verder heeft Vincent veel geleerd van Jan van Mastrigt. Jan is duif en denkt als een duif.

Middaglossing
Diverse jaren werd er aan de middaglossing deelgenomen. Vincent vond dat het aantal vliegduiven het niet toeliet dat er ook aan de ZLU vluchten werd deelgenomen. Ook werd er in de tijd dat hij op de veiling werkte alleen maar met doffers op weduwschap gevlogen. Puur om het tijdgebrek. Het voor Vincent favoriete nestspel nam teveel tijd in beslag, ook om het gezin de nodige aandacht te kunnen geven. Ook mag de hulp van zijn schoonvader hier niet onvermeld blijven. Zonder enige kennis van de duivensport, volgde hij wel alle instructies van Vincent op. En dit met groot succes getuige het volgende overzicht:

Kampioenschappen middaglossing t/m 2016:
2010 Nationaal Kampioen Middaglossingen.
2010 1e S.N.Z.H. Overnacht Nationale Vluchten.
2010 1e S.N.Z.H. Duifkampioen Nationale Vluchten.
2011 7e S.N.Z.H. Fondkampioen Nationale en Sector 2 vluchten.
2014 1e S.N.Z.H. Winnaar West Nederlandse Marathon.
2014 5e S.N.Z.H. Fondkampioen Nationale en Sector 2 vluchten.
2015 2e S.N.Z.H. Overnacht Nationale Vluchten.
2015 3e S.N.Z.H. Super Prestige Nationale en Sector 2 vluchten.
2016 3e S.N.Z.H. Keizerkampioen Nationale en Sector 2 vluchten.
2016 3e S.N.Z.H. West Nederlandse Marathon-Cup.
2016 4e S.N.Z.H. Onaangewezen Fondkampioen Nationale en Sector 2 vluchten.
2016 5e S.N.Z.H. Fondkampioen Nationale en Sector 2 vluchten.

Anno 2017…
Wordt er alleen nog maar aan de vluchten met ochtendlossing deelgenomen. Omdat Vincent nu bij huis Hortensia’s kweekt is er wel tijd om de duiven op nest te spelen. Niet dat dit niet arbeidsintensief is, maar de spaarzame vrije tijd kan nu zelf ingedeeld worden en dat is zeker een groot voordeel. In 2017 alleen al wist hij 3 Teletekst noteringen te behalen op de ZLU vluchten: 4e nat. St.Vincent ZLU, 6e  nat. Perpignan en 10e nat. Pau.
De mooiste resultaten van 2016 en 2017:
4e-131e nat. St. Vincent 2017 (2/2)
6e-87e-117e nat. Perpignan 2017 (12/25)
10e-47e -165e nat. Pau 2017 (5/11)
63e-73e -88e nat. Agen Oud 2017 (24/50)
16e -60e nat. Pau 2016 (4/7)
38e -80e -109e nat. Narbonne 2016 (6/7)
Naast al dit geweld op de ZLU vluchten wist hij in 2016 ook nog de 1e nat. Agen Sector 2 met ochtendlossing te winnen met zijn bekende “Zenith”.

Hok en verzorging
Er werd met maximaal 44 koppels duiven van twee jaar en ouder aan de ZLU vluchten deelgenomen. Deze koppels zitten in een hok van zeven meter dat op het zuiden gericht staat. Voor het hok is een soort serre geplaatst. Hiermee wordt de warmte en het licht  gevangen. Vincent kan wel wat met schuiven werken in de serre. In het hok zelf is het plafond weggehaald en aan de binnenkant van de dakspanten dichtgemaakt op de nok na. Hierdoor wordt de verbruikte zuurstof afgevoerd.
Half maart worden de duiven gekoppeld en wordt er gebroed, maar er wordt wel gezorgd dat de eieren niet uitkomen. Hierna volgt een periode van weduwschap. Er wordt in twee ploegen gekoppeld, zodat er op kleine jongen gespeeld kan worden op Pau en Agen. Hierna worden er geen standen meer verbroken. Agen van afgelopen seizoen gooide wel veel roet in het eten, want na de acht dagen mand gingen er maar weinig duiven terug op hun nest en begonnen een nieuwe cyclus.
99% van de duiven wordt op twee vluchten per seizoen gespeeld. De incidentiele 1% is voor de derde keer gespeeld. Ook worden de duiven verduisterd tot eind mei en hierna meteen belicht van 05.00 uur tot 23.00 uur zonder dat de lamp uitgaat. Vincent vindt het grote voordeel van belichten dat zijn (nest)duiven veel meer eten. Ze hebben immers veel meer tijd om voeding op te nemen! De verzorging is ’s morgens summier te noemen. De duiven worden schoongemaakt, krijgen eten, drinken en dat is het. ’s Middags gaan alle vliegduiven er om 16.30 uur voor een uur uit. Niets blijft binnen en er wordt met de vlag gewerkt. De reden dat ze maar één keer per dag trainen is dat Vincent het te onrustig op de hokken vindt. Nu hoeven de duiven maar één keer gestoord te worden.
Buiten het fondseizoen krijgen de duiven een seizoen mengeling van de Patagoon. Vanaf eind mei krijgen de duiven All-in one van Beijers. ’s Morgens krap op de vloer in voerbakken en ’s avonds ruim in potjes in de broedbakken. Een paar keer per week krijgen de duiven Mulitimix van de Patagoon en vanaf eind mei Energy plus (Versele), Tovo en pinda’s ’s avonds op de vloer als toetje. Verder krijgen de duiven geen bijproducten.
De medische begeleiding is in handen van v/d Sluijs en Göbel. Vincent en beide artsen gaan vriendschappelijk met elkaar om en als er ’s avonds duiven kunnen vallen, komen Stefan en Hans ook weleens kijken. De vasthouders, jongen en jaarlingen zitten in een hok met evenveel afdelingen. Dit staat haaks op het hok van de oude duiven.

… wordt vervolgd …

Het bericht Vincent Vork, Noorden … Vloeiend van middag naar ochtendlossing verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Selecteren volgens Paul Baas en Richard van den Berg

$
0
0

Dit keer is de beurt aan Paul Baas en Richard van den Berg uit De Kwakel om antwoord te geven op de verschillende vragen over Selecteren. Paul en Richard zijn vorig jaar als combinatie verder gegaan, na verschillende succesvolle jaren die ze apart hebben gespeeld. Dit jaar hadden ze een sterk ZLU-seizoen … weer iets beter dan het goede jaar er voor. Ze wonnen in de Fondunie 2000 dit jaar Agen en zaten ook op diverse wedvluchten kort in de uitslag. Hieronder hun antwoorden op de vragen …

Wanneer begint de selectie van de duiven op prestatie? Als jonge duif al? Wat is dan de lat? Onze duiven worden geselecteerd op prestaties in het tweede jaar dan krijgen ze twee ZLU-vluchten te beginnen met Agen ZLU. Als jong leren we ze zelf op en als jaarling krijgen ze de x vluchten die gelijktijdig zijn met het jonge duivenprogramma.

Hoeveel jaar kweek je met kweekduiven voordat je deze gaat selecteren? Wat moet een kweker hebben gebracht o/m na een aantal kweekjaren te mogen blijven? Wij bezitten 7 kweekkoppels de duiven worden omgekoppeld om zo  de kans op een toppertje te vergroten . Zolang er bruikbare duiven gekweekt worden, mogen de kwekers oud worden.

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker? Wij denken dat een  duif die jaarlijks 2 maal een ZLU vlucht doet zes jaar mee kan op de vluchten, daarna gaan de toppers naar het kweekhok. Een andere graadmeter is een duif met een nationale of sectoroverwinning. Deze gaan direct naar het kweekhok. Dit jaar kwam onze doffer genaamd Hellboy thuis van St Vincent ZLU met een kwetsuur aan het oog. Aangezien deze 3 jarige doffer al bruikbare jongen heeft gegeven is hij naar het kweekhok verhuist.

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders? Wij zien onze duiven graag als team opereren. Wat niet mee kan komen valt af … op de manier van hoe wij duiven houden. De duiven krijgen als jong en jaarling geen medicijnen uitgezonderd de inentingen. Welke hier niet tegen bestand zijn vallen af en worden verwijderd.

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, Gesloten/open, rug, spieren en voorarm? Een duif die een 1000 km vlucht succesvol moet afleggen kan en mag geen grote gebreken vertonen. De bouw moet in balans zijn en uit een stuk bestaan. Duiven met een zachte pluim , gesloten stuit en een soepele en lange vleugel zijn vaak de winnaars.

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven? Wij zien graag een gesloten stuit, maar er zijn winnaars waarbij de stuit iets open staat. Deze duiven hebben dan wel weer een extra op vleugel en pluim en een geweldig mordant.

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom? Een topduif heeft altijd zijn zondagse pak aan is mij geleerd. Alles wat ziek zwak of misselijk is valt af.

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren? Jonge duiven die na enkele weken thuis komen krijgen geen plekje meer in de groep.

Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes De kleur van het oog maakt volgens ons geen verschil in kwaliteit. Wat alle goede duiven wel hebben is dat de ogen glanzen en gezondheid uitstralen. Bij een duif die in vorm komt zie je de kleur versterken.

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen? Bij een bruikbare duif kloppen de verhoudingen van de vleugel als de duif ook nog beschikt over een winnaars mentaliteit zit je gebakken.

Paul en Richard bedankt voor jullie duidelijke antwoorden en visie. Veel plezier dit winterseizoen en met het denken over het volgende seizoen!

Het bericht Selecteren volgens Paul Baas en Richard van den Berg verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Vincent Vork, Noorden … Vloeiend van middag- naar ochtendlossing (2 en slot)

$
0
0

Vorige week heeft u het eerste deel van het verslag kunnen lezen over de topspeler uit Noorden, Vincent Vork. U heeft kunnen lezen over zijn start als duivenliefhebber, zijn prestaties op de middaglossing tussen 2010 en 2016. En u heeft een beschrijving kunnen lezen over de hokken en de verzorging. In dit laatste deel schrijft Arco van Vliet over de opleiding, de prestaties in 2016 en 2017 op de ZLU-vluchten en de duiven die dit voor elkaar hebben gekregen. Lees met veel plezier verder …

Vanaf de kweek
De ongeveer 16 koppels vasthouders zorgen voor ongeveer 80 jongen. Deze worden na het seizoen met “de kar van Oudewater” afgericht. Er worden door vele liefhebbers uit diverse windstreken jongen bijeen gebracht en in een aantal  stappen naar de Belgische grens gebracht. Dit is voor Vincent genoeg. De jaarlingen worden in de vereniging vanaf de eerste vlucht in april ingekorfd. Ze zitten met beide geslachten in één afdeling, zonder broedbakken en alleen op schappen. Op de grond wordt wel eens genesteld, maar er wordt dan wel gezorgd dat de eieren niet uitkomen. Hun opleiding eindigt met drie dagfondvluchten. Na deze twee seizoenen worden alle duiven die deze opleiding doorlopen hebben overgewonnen naar de afdelingen van de oude duiven. Hier worden ze gekoppeld en na drie dagen vliegen ook de hardnekkigste duiven naar hun nieuwe onderkomen. Vincent houdt wel in de gaten welke duiven er koppeltjes gevormd hebben. Deze koppelt hij in het oude duivenhok met elkaar in een lege broedbak. De oude duiven worden meestal buiten de vereniging om opgeleerd. Na wat korte africhtingen zijn de oude duiven in het afgelopen seizoen vier weken achtereen in Hank ingekorfd. Dit is voor Vincent ongeveer 480 kilometer en met de westenwind van afgelopen seizoen hadden de duiven hier geen problemen mee. Hiermee zat het invliegen erop en waren de duiven klaar voor hun fondvluchten. Voordat de duiven de mand ingaan voor een fondvlucht worden ze vier tot vijf dagen apart van de koppel gelapt op een afstand dat ze ongeveer 25 minuten moeten vliegen.

Emma

De duiven
Het duivenbestand is met de overschakeling van middag- naar ochtendlossing niet veranderd. Er is alleen een toevoeging gekomen van de Loos/Rijsbergen duiven en die hebben een geweldig gepakt op de toppers die Vincent al had. Zij hebben geen namen, maar wel een fantastisch palmares. Zo zitten er de “35”, de “40”en de “50”. De eerste twee zijn duiven van P. de Haas uit Leiden en de laatste komt van Peter de Haan (Verweij/ de Haan). Deze werden gekruist met de Loos/ Rijsbergen duiven en enkele van Chris en Jaap van de Velden maken het kweekhok compleet.
Enkele toppers die in 2017 voor vroege prijzen zorgden zijn:
De twee nestzusjes NL14-263 “Sanne” en NL14-264 “Emma”.  Zij komen uit de boven beschreven “40” met een duivin van Loos/Rijsbergen. “Emma” won de 10e nat. Pau en de 2e (int)nat. duivinnen, nadat ze een seizoen eerder al de 109e nat. Narbonne gewonnen had. “Sanne” deed bepaald niet voor haar onder en behaalde de 4e nat. Perpignan. Ze werd om 23.38 geklokt. In het volle donker zaten Vincent en enkele supporters nog na te praten zonder te denken dat er nog duiven konden komen. Plots een bonk en een plof en “Sanne” zat op het dak. Zonder te dralen liep ze naar binnen. Vincent kan er eigenlijk nog niet over uit en praat met veel respect over haar prestatie. Op haar eerste fondvlucht in 2017 behaalde ze de 165e nat. Pau.
Dan was er ook nog “Floor” (zie boven). Zij heeft ringnummer NL13-187 en heeft als vader een doffer van Loos/Rijsbergen en een volle zus van Vincent zijn topper de “50” als moeder. “Floor” won op de sectorvlucht/klassieker St. Vincent zowel in 2015 en 2016 de 15e nat in de sector 2. In 2017 won ze de 4e nat. St. Vincent zlu tegen 3037 duiven.
Verder is het vermelden zeker waard dat “Zenith” van Vincent in 2016 de 1e prijs  op de ochtendlossing van de sector 2 vlucht vanuit Bordeaux won en later in ’16 en ’17 respectievelijk  de 31e nat. en 88e nat. vanuit Agen zlu.
De oma van  “Sanne” en “Emma” ( moederskant)  is weer de moeder van “Zenith”.
De kweekstrategie van Vincent is duidelijk. Geen goed maal goed, maar zeer goed maal zeer goed en met het nodige geduld, wat met regelmaat wordt beloond. Vanaf hun derde jaar worden er resultaten van de duiven verwacht en met een duif uit bewezen lijnen kan er nog wel eens een jaartje bijkomen.

Sanne

Slot
Ondanks dat Vincent weinig vrije tijd te besteden heeft, worden er toch zeer goede resultaten behaald met de duiven. Een goed uitgevoerd bedrijfsplan en de nodige inzet zijn hier debet aan. Vooral de achtergrond van zijn duiven moet de doorsnee liefhebber aanspreken. Geen ronkende namen en de daarbij behorende financiële offers die daarbij gebracht moeten worden om deze te kopen, maar bij kennissen en directe concurrenten gehaalde duiven die minstens net zo goed presteren op alle niveaus. Gezien de jeugdige leeftijd van de vliegploeg zal Vincent Vork niet voor het laatst in de kop van de uitslag gestaan hebben.

Arco van Vliet

 

Het bericht Vincent Vork, Noorden … Vloeiend van middag- naar ochtendlossing (2 en slot) verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Het rad van avontuur

$
0
0

Kopen is hopen. Een passend spreekwoord voor duivenhouders lijkt me zo. Als de r in de maand is worden we elk jaar doodgegooid met allerlei duivenveilingen. Totale of gedeeltelijke verkopingen … en aanbod van bonnen heb je in overvloed. Ook via het internet wordt er met duiven stuivertje gewisseld.

Tussen al dat verkoopgeweld deed clubgenoot Gerrit jaren terug ook al zijn duiven van de hand. Hij stopte ermee, ging verhuizen naar een appartementje. Dat doen mensen vaak als ze ouder worden. Met een mini – advertentie vroeg hij aandacht voor zijn kleine kolonie kopvliegers. Misschien brachten ze genoeg op om de verhuiskosten enigszins te dekken.

Eigenlijk vormen duivenmelkers als je er zo op een achtermiddag wat over nadenkt maar een vreemd volkje. In de zomer klagen ze steen en been als er veel jonge duiven achterblijven, ze schreeuwen moord en brand als er weer een zogenaamde rampvlucht is geweest, maar in de herfst sjouwen ze manden vol duiven naar hun eindstation. En vervolgens speuren ze in advertentie en op internet naar nieuwe duiven, want ze zoeken hokversterking. Ze hopen dan dat die aangekochte duivinnen, doffers en late jongen beter zijn. En laten we wel wezen; het aanbod van goeie duiven, fijne rassen en gouden kweekmateriaal is ronduit fantastisch als je zulke spetterende advertenties mag geloven! Een duivenmelker is altijd op zoek naar iets beters of het beste en dat is geen slechte instelling. Zo gaat het in duivenland ieder jaar.

Melkers doen duiven van de hand en kopen duiven. Als ik al die aankondigingen lees van wat er wel niet allemaal onder de hamer komt, denk ik soms duiven houden, betekent duiven verkopen. De handel in duiven is op de keeper beschouwd een grote kostbare grabbelton met heel veel nieten. We weten immers allemaal dat je de zeldzame, echt goede duiven met een lantaarntje zoeken moet. Natuurlijk koop ik zelf duiven. En ik kijk graag en vaak naar mijn nieuwe aanwinsten: ik verwacht er veel van. Het is net als met een nieuwe auto. Ik poets en was mijn duiven vanzelfsprekend niet. Ik vertroetel ze wel, maar als na enige tijd de glans van het nieuwe er wat afraakt, wordt die extra zorg en bewondering ook minder. En na een paar jaar zijn al die nieuwelingen weer van mijn hok verdwenen. Zo gaat dat!

Met krijgertjes heb ik af en toe meer succes gehad. Het geluk zit in een klein hoekje, moet je maar denken. Bij ons in de club draaien we tijdens de nieuwjaarsreceptie duivenbonnen op het rad van avontuur. Als er maar genoeg lootjes zijn verkocht brengt elke slinger aan het rad 100 euro op en wanneer het spelletje goed gespeeld wordt weet de lootjeskoper niet van wie de bon is die verdraaid wordt. Zo kun je tot je verrassing bijvoorbeeld voor een euro een jonge duif of een koppel eieren scoren. Een duif kopen wordt dan echt een gokje. O ja van Gerrit heb ik destijds een forse zwarte doffer gekocht. Dat is nu bijna achttien jaar geleden. Gerrit is er niet meer. Hij verongelukte, maar de duif is er nog altijd. Die loopt een beetje stram en is nu aan een rollator toe, kun je stellen. Topprestatie heeft mijn kacheldonkere gigant niet geleverd. Ik noemde hem in 2004:’Zwarte Streef’. Niet omdat ik dacht dat mijn nieuwe aankoop naar het hoogst haalbare zou streven. Nee, het was meer een verwijzing naar de naam van zijn eerste eigenaar.

C.U.

Het bericht Het rad van avontuur verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.


Wim Gommans Egchel … Al meer dan 20 jaar Marathonspecialist

$
0
0

Zo af en toe krijg ik als eindredacteur een stukje toegestuurd met de vraag of ik het wil plaatsen op Het Marathonduivenjournaal. Als het over onze marathonduivensport gaat, zal ik het niet snel weigeren. Dit keer kreeg ik een verhaal van Hans Schuttelaar over een zeer goede Limburgse marathonspeler Wim Gommans uit Egchel. Een speler die al jarenlang uitstekend presteert met zijn duiven. Lees wat Hans ervan gemaakt heeft …

De Liefhebber
In het kerkdorp Egchel, gemeente Peel en Maas, voorheen Helden-Panningen,  woont Wim Gommans. Deze vrijgezel van 77 jaar leeft daar voor zijn duiven. Zijn tuin wordt opgesierd met twee hokken van 9 meter. De hokken zijn tegenover elkaar geplaatst. Hierop huizen nu de 14 kweekkoppels, zijn 36 weduwnaars en de 120 jongen. Dat eerste aantal varieert wel elk jaar. Wim is sedert 1988 geheel overgestapt op het zware werk. De aanleiding was minder fraai. In 1986 kreeg hij te maken met Paramixo en toe heeft hij alle duiven opgeruimd om in 1988 bij Thei Hermans Beringe 30 jonge duiven te kopen, en daarmee een nieuwe stam op te bouwen. Wim is een man … wars van alle publiciteit. Wil eigenlijk helemaal niet in de schijnwerpers staan. Hij accepteert dit als een gegeven. Het is een gevolg als je jaren goed presteert en diverse podia met grote regelmaat betreedt. Hij is nu eenmaal die ware kampioen die andere liefhebbers zo graag zouden willen zijn. Op de eigen borst kloppen zal Wim nooit doen, evenmin als hij er tegen kan als een ander niet eerlijk is. Hij komt weleens stambomen tegen waar duiven opstaan die van hem afkomstig zijn of door hem gefokt zijn. Echter zijn naam wordt niet vermeld. Dan heb je het bij Wim voor altijd verbruid.  Hij heeft altijd goed geïnvesteerd in zijn duiven en ook in het seizoen is er maar één optie. Dat is de verzorging van zijn duiven en dat gebeurt zo optimaal. Zoals gezegd staan de hokken tegenover elkaar en op een hok huizen zijn weduwnaars  en jaarlingen.  De weduwnaars zijn verdeeld per afdeling op duiven die voor de morgenlossing bestemd zijn en de andere afdeling is voor de duiven van de middaglossing. Het andere hok is voor de kweekduiven, de weduwduivinnen en de jonge duiven.

De verzorging en spelmethode
De Jonge duiven worden in hun geboortejaar niet gespaard. Zij gaan vanaf de eerste vlucht mee en moeten de mand in tot 350 km. Ook de jaarlingen worden bij Wim goed aan de tand gevoeld. Ze moeten eveneens vanaf de eerste vlucht in de mand om uiteindelijk twee ochtend lossingen  ZLU  te doen. ‘Verstand van duiven’ zegt Wim ook niet te hebben. Hij heeft wel een onfeilbaar gevoel voor goede duiven. Bij Wim worden alleen doffers gespeeld en wel op weduwschap. Het kweken begint half februari en de vliegduiven eind maart. Deze brengen een jong groot en na het leggen van de tweede ronde gaan ze na 5 dagen broeden op weduwschap. Wims Barcelona-stam is bekend over de heel provincie en ver daarbuiten.

Visie
De selectie begint bij Wim als de duiven jaarling zijn. De grotere zwaardere duiven gaan naar de afdeling voor de middaglossing. Voor de ochtendlossing wil hij ze kleiner en fijner en zachter van pluim. Wat helemaal niet geaccepteerd wordt zijn duiven met een grotere achtervleugel. De vliegpennen moet minimaal 1 cm inspringen. Verder zal hij niet kweken met een duif, die geen bloedrijk oog heeft. ‘Kan best een goede vlieger zijn, maar nooit een goede kweker,’ zegt Wim.  Een mooi voorbeeld is zijn bekende 555. Deze doffer vloog al een eerste Op St. Vincent in het samenspel. Het jaar daarop schonk Wim hem gratis weg. Hij zag er geen toekomst in, duif was in zijn ogen te fors en te zwaar. Hij had moeite tussen de valgaten door naar binnen te komen. Als Wim eenmaal zijn mening heeft bepaald, komt er geen mens meer tussen. Ook dat is Wim!

Barcelona
De Gouden Barcelona lijn loopt als een rode draad door de hele stam. De meeste fondduiven op zijn vlieghokken zijn afstammelingen van de Gouden Barcelona. Deze duif was ooit de 2e Gouden Barcelona in de ranking over meerdere jaren. De Huidige stamvader is ‘de 284’ van 2002. De Perpignan genoemd omdat hij op Perpignan een keer meer prijs vloog (4x) dan op Barcelona (3x). Deze ‘284’ is een Kleinzoon van zijn Barcelona de nl96-1076640. Een topper zoals Wim er maar weinig heeft gehad. De moeder van ‘de 284’ is de nl00-2319110 van Thei Hermans. Ze is dochter van ‘de Lichte 172’, een van de vaandeldragers bij Thei Hermans. Een topper op de vluchten en een nog betere vogel in de vererving. Hij is de vader van de 2e Gouden Barcelona duif en ook van de 1e  fondkampioen bij de Fondvrienden Limburg-Brabant.

Kampioenschappen  2017; Fondclub Limburg-Brabant met 220 leden
In de fondclub Limburg-Brabant  zijn de beste fondspelers van Noord Limburg en Noord Oost Brabant vertegenwoordigt … een heel sterk samenspel. Een fondclub, waar je als Fondspeler niet mag ontbreken. Het podium halen is een hele toer is. Dat lukt alleen met een topseizoen. In de categorie Morgenlossing Duifkampioen zien we Wim Gommans uit Egchel op de eerste plaats staan met zijn 2013-1453892. Verder zien we hem op plaats 4 staat zijn 15-1044708 en nog eens op plaats 14 staat de 13-1453884.

Vervolgens zien we de volgende ereplaatsen:
6e hokkampioen Morgenlossing
6e kampioen eerst getekende
6e Marathonkampioen

Ter verduidelijking in de Fondclub tellen alleen de eerste 5 getekende voor de uitslag en de kampioenschappen:
Uitslag Barcelona fondvrienden tegen 348 duiven: 2-15-51 van de 5 gezette duiven
Uitslag Perpignan tegen 287 duiven  2-21-33-36-39  van de 5 gezette duiven

In 2016 in de fondclub:
4e duifkampioen morgenlossing met de 13-1453892
16e duifkampioen morgenlossing met de 12-1844526
3e Hokkampioen morgenlossing
10e Marathon kampioen

In de CC 2008:
3e Kampioen meerdaagse fond Duifkampioen met de 15-1044708
4e Duifkampioen meerdaagse fond met de 15-1044783 in het jaar 2016

In de ZLU in 2015:  2e Gouden Barcelona duif met de 2009-1443188

Enkele topuitslagen ZLU Nationaal  2017
Barcelona tegen 4.504 duiven 11-106-351-548  4 prijzen op 6 gezette duiven
Perpignan tegen 4.789 duiven 70-344-510-530-541-926-968   7 prijzen op 7 gezette duiven

De  15-1044708 vloog dit jaar de 11e nationaal Barcelona. De Vader is de  02-1855284, zoon Barcelona duif 2001-2223094. De 284 vloog zoals eerder genoemd 3x prijs Barcelona en 4e prijs Perpignan. Meer info over ‘de 284’ staat onder het kopje Barcelona. De moeder van de 15- 708 komt van Jan Lazes en heeft als vader een zoon Witpen van Nico Volkens en de moeder komt uit de Klamperlijn Cor de Heijde.  Jan Lazes uit Noorden won een paar jaar geleden nog de 1e Nationaal Perpignan met een duif gekweekt uit een duif van Wim.
‘De 526’ van 2012 won de laatste jaren de 34e nationaal Bordeaux 2014, 41e Nationaal Marseille 2016 en de 69e Nat Marseille 2014. Een hele knappe doffer.

Tot Slot
Deze kampioenschappen zijn een gevolg van ruim 20 jaar aan de top staan. Met elk jaar opnieuw prachtige uitslagen. Bij zwaar werk hebben de duiven Wim nog nooit in de steek gelaten. Een duivenstam, waar je van kunt dromen. En die door elkaar genomen te weinig eer krijgt. Ofschoon al veel toppers hun versterking hier gehaald hebben. Ik hoop met dit stukje hier een klein beetje verandering in te brengen

© Hans Schuttelaar

Het bericht Wim Gommans Egchel … Al meer dan 20 jaar Marathonspecialist verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Selecteren volgens de Gebroeders Löwik uit Almelo

$
0
0

Al tientallen jaren staan deze mannen aan de top van de middaglossing. Ze hebben een geweldige stam opgebouwd rondom hun Dax-doffer. Dan moet je ook goed kunnen selecteren. En passant werden ze afgelopen seizoen 3e Kampioen Middaglossing van de prachtige competitie van de Middaglossing. Het is de beurt aan Ben en Aloys Löwik uit Almelo …

Wanneer begint de selectie van de duiven op prestatie? Als jonge duif al? Wat is dan de lat? Selectie het hele jaar door , vooral in najaar.

Hoeveel jaar kweek je met kweekduiven voordat je deze gaat selecteren? Wat moet een kweker hebben gebracht o/m na een aantal kweekjaren te mogen blijven? Nieuwe duiven 2 a 3 jaar proberen. Topvliegers kunnen net zo lang blijven tot ze niet meer vruchtbaar zijn. En soms nog langer.

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker? Werkelijke superduiven worden spoedig tot kweekduif gepromoveerd. Het gaat om vroege prijzen kunnen winnen.

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders? Selecteren vooral op prestaties en/of  fris terug kunnen komen van vluchten. Nooit selecteren op één aspect ( ogen , vleugel ,spieren etc.)

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, Gesloten/open, rug, spieren en voorarm Bouw: mooi soepel geheel. Heel zachte veren. Wakker uitkijken. En heel belangrijk: soepele spieren (veel oefenen).

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven? Vliegduiven : vroeg op de klep. Kweekduiven moeten compleet zijn , mooie duiven met een zijdezachte veer. Liefst in geteeld en niet groot.

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom? Jonge duiven mogen best een dag of een paar dagen ziek zijn, maar snel op eigen kracht herstellen. Vooral als de hokgenoten niet ziek zijn. Slechts ingeval  het hele hokbestand ziek is de veearts raadplegen.

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren? Zwervers die op eigen kracht in redelijke gezondheid thuis komen kunnen gewoon blijven. Hebben veel geleerd. Zitten vaak heel goede onder ( weten we uit eigen ervaring )

Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes Ogen is slechts een onderdeel van het geheel. Wij houden er wel van dat een duif pientere en levenslustige uitstraling heeft. Een rijk oog met streepjes etc. heeft wel onze extra aandacht. Vaak zie je dat op gevorderde leeftijd iets duidelijker. Maar dan weet je al dat de duif goed is of niet.

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen? Hou wel van korte achtervleugel , maar is geen must. Verspringing vinden we niet relevant. “Kippelvleugels” worden direct uitgeselecteerd.

Ben bedankt dat je jullie visie over selecteren met de lezers van Het Marathonduivenjournaal wilde delen.

Het bericht Selecteren volgens de Gebroeders Löwik uit Almelo verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Selecteren volgens Gerrit van Vilsteren uit Zwolle

$
0
0

Als je de laatste jaren een favoriete lijstje moet maken van kampioenen op de middaglossing van afdeling 8, dan zal op vele lijstjes de naam Gerrit van Vilsteren prijken. Deze man levert geweldige prestaties op deze vluchten en heeft de laatste jaren kopprijs na kopprijs gepakt met overwinningen erbij in het hele afdelingsconcours. Zijn mening over selecteren doet er toe. Daarom in deze editie de mening van onze Gerrit uit Zwolle …

Wanneer begint de selectie van de duiven op prestatie? Als jonge duif al? Wat is dan de lat? Het hele jaar door, zit de duif niet goed in elkaar of wil hij of zij niet goed trainen of komt vaak de andere dag terug van de vlucht dan wordt deze verwijderd van het hok, als 2 jarige moeten ze zich goed laten zien op de fondvluchten in ieder geval fit terug komen of en hele vroege prijs vliegen dan mogen ze van mij vermoeid zijn.

Hoeveel jaar kweek je met kweekduiven voordat je deze gaat selecteren? Wat moet een kweker hebben gebracht om na een aantal kweekjaren te mogen blijven? Een kweker moet meerdere goeie jongen geven, maar er zijn maar weinig goede kwekers. Er wordt nog wel eens overgekoppeld. Vooral een goede vliegduif die naar het kweekhok gaat daar heb ik meer geduld mee dan aangeschafte duiven.

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker? Een goede vliegduif die goed presteert, heeft daar heb je meer kans op om een topper te kweken.

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders? Ik selecteer losse stuit gaat eruit Jos Evers uit Thorn heeft mijn duiven op de ogen gekeurd in 2010 en dat jaar werd ik 4e Nationaal kampioen een duif moet altijd fit zijn zo niet dan wordt de duif na enkele dagen verwijderd. Alleen als het een super is dat zou ik ermee naar Nanne Wolff gaan.

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, gesloten/open, rug, spieren en voorarm? Als de stuit bij mijn duiven te open staat dan gaan ze eruit, voor de rest laat ik de jonge duiven zitten tot het jaar erop en dan moeten ze zich laten zien op het grote werk.

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven? Als de stuit bij mijn kweekduiven te open staat dan gaan ze eruit.

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom? Blijven enkele dagen apart zitten maar jonge duiven worden snel verwijderd.

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren? Worden opgeruimd.

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen? Daar kijk ik niet naar.

Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes? Oog moet niet te los in de kop zitten verder kijk ik daar niet naar.

Gerrit, bedankt je duidelijke mening. Gezond en vitaliteit is belangrijk … een herkenbare selectie-optie naast presteren!

Het bericht Selecteren volgens Gerrit van Vilsteren uit Zwolle verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Prijsuitreiking Golden Classic Marathon HI Ambacht

$
0
0

Afgelopen zaterdagmiddag en -avond 21 oktober was in het clubgebouw van de Luchtbode in Hendrik Ido Ambacht de prijsuitreiking van het NIC en van de Golden Classic Marathon. Het was een goed georganiseerd feest met genoeg tijd voor het onderhouden en vormen van nieuwe contacten. Dit alles in een goede sfeer. Onder het genot van een drankje en een lekker hapje.

De Golden Classic Marathon is een competitie waarin jaarlingen worden gespeeld op Agen ZLU en Bergerac NPO. Deze jaarlingen zijn het jaar ervoor als jong gekocht op een openbare verkoop. De opbrengst van deze verkoop vormt de prijzenpot. Op zowel Agen als Bergerac was er een pot van €5.000 te verdelen. De helft van het prijzengeld is voor de koper en verzorger van de duif en de andere helft voor de schenker. Het leuke aan deze competitie dat de schenker niet de koper/speler van de duif mag zijn. Dit zou een onaanvaard voordeel opleveren. Opvallend was het feit dat twee duiven op beide vluchten in de prijzen vielen. Toppertjes dus !!!

De uitslag (eerst genoemde liefhebber is de koper/speler
Agen
1. Marcel van der Helm, Pijnacker en Gebr. Voets, Rotterdam
2. Mario de Vogel, Bodegraven en Marcel van der Helm, Pijnacker
3. Comb. de Bruijn, Sliedrecht en Ineke van der Rhee, Alblasserdam
4. Comb. de Jong, Alblasserdam en M.J. Hoogendam en zn, Fijnaard
5. Comb. de Jong, Alblasserdam en M.J. Hoogendam en zn, Fijnaard

Bergerac
1. Leen Stout, Groot Ammers en Gerrit en Jaco van Nieuwamerongen, Veenendaal
2. Herman de Jong, Papendrecht en Martin Wijtman, Bodegraven
3. Comb. de Jong, Alblasserdam en M.J. Hoogendam en zn, Fijnaard
4. Comb. de Bruijn, Sliedrecht en Ineke van der Rhee, Alblasserdam
5. Gebr. Voets, Rotterdam en Bart Koevoet, Leidschendam

Het bericht Prijsuitreiking Golden Classic Marathon HI Ambacht verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Herinnering 3e Marathonduivenjournaaldag

$
0
0

Op 18 november a.s. is de 3e Marathonduivenjournaaldag.
Het voorlopige programma is alsvolgt:

11.00 uur gebouw open
Volop gelegenheid om te lunchen met de Broodjes Beenham, Braadworst en Hamburger in de snackkar van Wilbert
13.30 – 15.00 uur verkoop late jongen en bonnen
16.00 uur Verloting
adres: Oostergracht 46 in Soest (lokaal P.V. Soest)

De late jongen kunnen voor de verkoop worden bezichtigd onder toezicht van het verkoopteam. In het verleden zijn er jonge duiven beschadigd, daarom zijn de kooitjes dicht.

 

Het bericht Herinnering 3e Marathonduivenjournaaldag verscheen eerst op Marathonduivenjournaal.

Viewing all 2129 articles
Browse latest View live


<script src="https://jsc.adskeeper.com/r/s/rssing.com.1596347.js" async> </script>